30 september 2008

NSPD-51, of hoe G.W. Bush de democratie kan lamleggen

Vorige week keurde het Amerikaanse Congres zonder noemenswaardig debat en met een overweldigende meerderheid (392 voor, 39 tegen) het defensiebudget voor 2009 goed : 612 miljard dollar. Let wel, in dat bedrag zit maar een fractie van het budget voor de operaties in Afghanistan en Irak - daarvoor moeten de verkozenen later nog extra fondsen vrijmaken. De Amerikaanse defensieuitgaven overtreffen die van alle andere landen van de wereld samen. De voor de hand liggende vraag of een deel van dat geld misschien voor het 'Paulson-plan' (het plan om 700 miljard dollar belastinggeld in de vrijemarkteconomie te pompen) gebruikt kon worden, lijkt niemand te (durven?) stellen. Begrijpe wie kan. Gisteren kelderde een meerderheid van Republikeinse afgevaardigden op het laatste nippertje dat 'Paulson-plan'. De facto vormt de Republikeinse regering-Bush nu samen met een grote Democratische meerderheid front tegen de Republikeinse basis. Begrijpe wie kan. (En voor wie zich afvraagt waarom het Congres net vandaag een dagje vrij had: vandaag is Hosh Hashanah, het joodse Nieuwjaar, en dus komt het Amerikaanse Congres niet bijeen, ook al zit het land in de diepste economische crisis sinds de jaren dertig. Begrijpe enz.) Wat als het Congres het Paulson-plan later deze week definitief door de versnipperaar jaagt? Ik voel me niet in staat om de economische en financiële aspecten van de zaak te beoordelen, maar aangezien het net zo goed om een politieke beslissing gaat, is een minstens even relevante vraag: welke alternatieven hebben Bush, Paulson, Bernanke en anderen nog als het Congres ze met een kluitje in het riet stuurt? Een van die alternatieven wil ik kort toelichten. Meer bepaald wil ik het hebben over twee opmerkelijke richtlijnen, 'presidentiële richtlijnen voor nationale veiligheid' genoemd, die president Bush in mei 2007 zowat en stoemelings uitvaardigde: NSPD-51 en HSPD-20. De afkortingen staan voor 'National/Homeland Security Presidential Directive'. Ondanks hun merkwaardige en explosieve inhoud vonden de klassieke media deze richtlijnen in 2007 het vermelden zelfs niet waard en dus weet u waarschijnlijk niets van hun bestaan af. In de huidige omstandigheden lijkt het me aangewezen, die lacune te vullen. Met NSPD-51 en HSPD-20 kan president Bush zich namelijk voor onbepaalde tijd dictatoriale machten toeëigenen. (En voordat iemand me van complottheorieën beschuldigt: de links hierboven vewijzen naar de website van het Witte Huis). De richtlijnen NSPD-51 en HSPD-20 geven de president technisch-juridisch gesproken de mogelijkheid om in geval van een 'catastrofale noodsituatie' (Catastrophic Emergency) de normale werking van de democratische instellingen uit te schakelen en het bestuur van het land voor onbepaalde duur in eigen handen te nemen. Zulke mogelijkheden bestonden voorheen ook al, maar wel met dit verschil: volgens de nieuwe richtlijnen heeft de president de goedkeuring van het Congres niet meer nodig om zichzelf dictatoriale volmachten toe te kennen. In de richtlijnen wordt het begrip 'catastrofale noodsituatie' omschreven als 'elk incident dat, waar het ook plaatsvindt, uitzonderlijk veel doden of gewonden tot gevolg heeft, of dat leidt tot buitengewone schade of tot ontwrichting van de Amerikaanse bevolking, de infrastructuur, het leefmilieu, de economie of overheidsfuncties' (any incident, regardless of location, that results in extraordinary levels of mass casualties, damage, or disruption severely affecting the U.S. population, infrastructure, environment, economy, or government functions). Zeg nu zelf: is deze definitie van toepassing op de huidige crisis of niet? De vraag stellen is ze beantwoorden. En wie mag beslissen of zo'n catastrofale noodsituatie zich voordoet? Juist, de president. NSPD-51 voorziet dat de president bij een 'catastrofale noodsituatie' de macht zou uitoefenen als leider van een comité van hooggeplaatsten uit de drie machten (zie Definitions 2 (e)). Het codewoord is 'Enduring Constitutional Government', wat zoveel betekent als 'continue grondwettelijke regering'. Voor meer details verwijs ik naar de richtlijn zelf. Ze is niet lang en het is best spannende lectuur. Pikant feit is wel dat belangrijke delen van de richtlijnen geheim zijn. Het bestaan van NSPD-51 en HSPD-20 bewijst alvast dat de omgeving van Bush vorig jaar rekening hield met de mogelijkheid dat de president ooit buiten de wil van het Congres de macht naar zich toe zou moeten trekken. Immers, wie die mogelijkheid categorisch uitsluit verdoet zijn tijd niet met dergelijke juridische spelletjes. Natuurlijk is het nog de vraag of het allemaal zo'n vaart zal lopen. De regering-Bush is buitengewoon onpopulair bij de bevolking en beschikt misschien niet meer over een voldoende sterke machtsbasis (steun van de legertop enz.) om zo'n drastische machtsgreep met succes uit te voeren. Het is dus niet zeker dat een poging om NSPD-51/HSPD-20 in te roepen, met als eerste beslissing mogelijk het uitstellen van de presidentsverkiezingen, ook kans van slagen zou hebben. Maar het lijkt me wel wenselijk dat meer mensen van het bestaan van deze richtlijnen afweten. Al was het maar om op de volgende president druk uit te oefenen om dit onding zo snel mogelijk weer af te voeren.

17 september 2008

Zwitserland als model voor Vlaanderen/België?

(verschenen in DS op 17 september 2008) Ik ben het helemaal eens met Eric Verhulst en anderen (DS 16 september - zie ook hieronder) dat het Zwitserse model van federale consensusdemocratie bij ons meer aandacht verdient. Dit model werkt niet alleen de welvaart in de hand, het stelde de Zwitsers ook in staat de grootste institutionele crisis uit hun geschiedenis vreedzaam en democratisch op te lossen: de afscheiding van het kanton Jura van het kanton Bern. Jura is in meerderheid Franstalig, Bern Duitstalig. In 1815 voegde het Congres van Wenen beide kantons samen. De afscheidingsbeweging in Jura werd met de jaren sterker, het conflict vooral na de Tweede Wereldoorlog steeds bitser. De Zwitserse grondwet had geen oplossing voor zulke conflicten. In de jaren zeventig vonden de Zwitsers een ingenieuze oplossing voor deze 'institutionele atoombom'. Een Raad van (echte) Wijzen stelde de volgende procedure voor: in een cascadesysteem van referenda zouden achtereenvolgens het kanton Jura, de districten van dat kanton en de grensgemeenten in die districten hun lot bepalen. Echter, als eerste stap moesten de burgers van het kanton Bern zich over de procedure zelf uitspreken. Het eindresultaat zou in een nationaal referendum aan alle Zwitserse burgers voorgelegd worden. En zo verliep het ook. In een eerste referendum keurden de burgers van Bern de voorgestelde procedure goed en kenden zo het kanton Jura het zelfbeschikkingsrecht toe. In een tweede stap stemde een meerderheid van de Jura-burgers voor de afscheiding van Bern. Echter, drie zuidelijke grensdistricten beslisten, alweer bij referendum, bij Bern te blijven. Negen gemeenten kozen dan weer voor het andere kanton dan hun eigen district en scheidden zich van hun district af. Als kroon op het werk keurden de Zwitsers in een nationaal referendum het resultaat van deze reeks referenda (en dus de afscheiding van Jura) met een overweldigende meerderheid goed. We kunnen dus nog een en ander leren van de Zwitsers. Ook bewijst het Jura-conflict waar de vaak gehoorde tegenwerping thuishoort dat directe democratie niet geschikt zou zijn voor complexe politieke vraagstukken: op de schroothoop der politieke dooddoeners. De tekst van Eric Verhulst en 44 ondertekenaars (bron: De Standaard, dinsdag 16 september 2008)

Welk Vlaanderen willen we? Kijk naar Zwitserland

Jan Callebaut, 'spindoctor' bij CD&V zei afgelopen weekeinde in De Standaard: 'Bijna alle partijen roepen om meer Vlaanderen, maar ik hoor niemand zeggen welk soort Vlaanderen dat dan wel moet zijn.' Eric Verhulst en 44 anderen doen een voorstel: kijk naar Zwitserland. Dat ons land op een keerpunt staat, zal voor iedereen - zelfs voor de hardnekkigste Belgicisten - stilaan duidelijk zijn. Na meer dan een jaar palaveren is het duidelijk dat de politieke macht verstrikt is geraakt in zijn eigen loodzware constructies om de macht voor zichzelf en de erop parasiterende organisaties te behouden. De bron van de welvaart ligt echter niet bij de politici of bij de overheid, maar bij de burger zelf. Zwitserland neemt dit ten harte. Dit kleine zeer heterogene landje bewijst al eeuwen dat enkel als de macht bij het volk ligt en niet bij de natie, dat welvaart standhoudt. Behoud van welvaart en dus van welzijn is alleen mogelijk als er economische groei is. Die groei komt van de inzet van economische middelen, lees mensen en kapitaal. Uiteindelijk gaat het over mensen. Wat de burger produceert, zij het via zijn arbeid of via zijn investering, komt dus in eerste plaats aan hem toe. Niemand leeft evenwel op zichzelf en de samenleving doet ook zijn bijdrage, bijvoorbeeld onder de vorm van opleiding en infrastructuur. De producerende burgers verwerven die gemeenschappelijke goederen en diensten via het betalen van een bijdrage die men doorgaans 'belastingen' noemt. Vele economische studies hebben dan ook aangetoond dat te veel belastingsdruk remmend werkt op de creatie van welvaart. Overmatige belastingsdruk leidt ook tot opportunistische, lees overbodige of betwistbare overheidsuitgaven en dat is een tweede reden waarom de samenleving in zijn geheel verliezende partij is. Dit fenomeen doet zich zowel op nationaal, regionaal als lokaal vlak voor. Recente studies hebben aangetoond dat er op zijn minst een verband bestaat tussen de welvaartscreatie en hoe de overheid de belastingsgelden besteedt. Een overheidsuitgave hoeft niet noodzakelijk welvaartsvernietigend te zijn, maar als in de jaarlijkse begroting de consumptieve uitgaven doorwegen, dan wordt de welvaartsgroei aangetast. In ons land is die structurele misgroei zodanig dat er ternauwernood nog ruimte is voor investeringen. Het gros bestaat uit het afbetalen van de overheidsschuld, lonen en uitkeringen. De facto betekent dit dat nagenoeg de helft van het bbp productiever kon aangewend worden. Meer overheidsefficiëntie betekent dus niet zomaar dat de ambtenaren sneller en harder moeten werken, maar eerder of de overheid wel de juiste dingen doet en vooral welke dingen ze beter niet zou doen. Vermits belasting op arbeid en op investeren welvaartscreatie afremt, moet ook deze afgebouwd worden en verschoven worden naar belasting op consumptie. Nochtans, consumptie is uiteindelijk het doel van elke economische activiteit. De oplossing voor deze paradox is wat men productiviteit noemt, m.a.w. hoe kan men met zo weinig mogelijk middelen (arbeid, kapitaal, energie of grondstoffen) een maximale output genereren. Wat velen niet zien is dat dit op het niveau van een land inhoudt dat ook de overheid efficiënt met alle middelen omspringt. Bij een te hoge belastingsdruk betekent dit echter ook dat het overheidsbeslag binnen redelijke proporties moet gehouden worden. Rest nu nog de vraag hoe men dit kan bereiken? Het simplistische antwoord hierop is dat dit onmogelijk is want dan gaat de sociale zekerheid eraan. Dit is de redenering die ervan uitgaat dat alles opgelost wordt door steeds de belastingen te verhogen. Zoals we hierboven geschetst hebben vernietigt dit de onderbouw van het hele stelsel. Deze redenering gaat ook uit van een centraal planningsdogma terwijl de problematiek er vooral een is die op het vlak van de individuele burger en zijn naaste omgeving ligt. Deze redenering stelt dan ook dat een zogenaamde representatieve democratie de enige echte democratie is terwijl die juist de essentie van een echte democratie negeert. In een echte democratie heeft elke burger maximale zeggenschap over zichzelf maar ook maximale verantwoordelijkheid ten opzichte van zichzelf en ten opzichte van zijn medeburgers. Wie hierover nadenkt, komt dan ook snel tot de conclusie dat dergelijke echte democratie sterk gedecentraliseerd moet zijn en maximale beslissingsrecht aan de lokale burger geeft. Een land dat dit al eeuwen met succes in zijn cultuur ingeschreven heeft, is Zwitserland. Het land is klein (7,5 miljoen inwoners) en nog veel heterogener dan België. Nochtans telt het 26 regio's (kantons genoemd) die vrijwel autonoom over het merendeel van de zaken beslissen. Deze kantons krijgen hun macht niet van het centrale gezag, maar staan eerder een deel van hun macht af. Elke kanton heeft grotendeels zijn eigen vorm van democratie, gaande van bijna zuivere representatieve democratie tot een verregaande directe democratie. Dit gaat zover dat onlangs het kanton Obwalden met slechts 31.000 inwoners, autonoom bij referendum beslist heeft een vlaktaks in te voeren. Referenda in verschillende vormen zijn dan ook aanwezig op elk niveau en men beslist zelfs bij referendum over elke uitgave die een bepaald bedrag overschrijdt. Deze vorm van directe democratie wordt buiten Zwitserland bijna zo goed als doodgezwegen, ook al was die in sommige kantons al aanwezig sinds 1291. Men kan dus gerust spreken van een Europees erfgoed dat tot vandaag zijn deugdelijkheid bewezen heeft. Er zijn nu verschillende economische studies (o.a. van professor Feld en Matsusaka) die aantonen dat zelfs binnen Zwitserland directe democratie niet alleen veel democratischer werkt, maar ook economisch en sociaal veel voordelen oplevert. Zo leren vergelijkende studies tussen de Zwitserse kantons dat in de kantons met meer directe democratische instrumenten (zoals referenda) de inkomensongelijkheid afneemt, de openbare schuld er beduidend lager is, maar ook dat de overheidsuitgaven en dus de belastingen er tot 19 procent lager liggen. Al de kwalen die veel Europese landen, waaronder België, aantasten, zijn tot beheersbare proporties terug gebracht. Ander onderzoek heeft zelfs uitgewezen dat de Zwitsers er ook gelukkiger bij zijn. Als men dus recepten zoekt voor een toekomstig Europa of een toekomstig België dan is Zwitserland het laboratorium dat men als maatstaf moet nemen. De autonomie van Obwalden staat in schril contrast met de wijze waarop men in Europa en België met 'minderheden' omgaat. Hier denkt men minderheden te beschermen door ze priviléges te moeten toekennen ten koste van alle anderen. Veelal zijn deze privileges ronduit in tegenspraak met de grondregels van de democratie zoals niet numerieke vertegenwoordiging en blokkeringsmechanismen die elke normale besluitvorming in de weg staan. Het laatste in de rij is het voorstel om een 'corridor' te voorzien tussen Wallonië en Brussel. Een absurder voorstel kan men zich binnen de Europese constellatie niet voorstellen. De enige manier om minderheden te beschermen is door ze lokaal de meerderheid te geven die hen toekomt en door ze autonoom voor zichzelf te laten beslissen. In dergelijk gedecentraliseerd staatsbestel is er nog plaats voor vreedzame enclaves binnen enclaves en wordt de solidariteit tot haar juiste proporties teruggebracht. Het Zwitsers democratische systeem brengt hiermee het principe van subsidiariteit op de juiste manier in de praktijk. Het moge duidelijk zijn dat een Belgische staatshervorming in de richting van twee of drie gewesten maar een tussenstap kan zijn naar een verder doorgedreven gedecentraliseerde democratische samenleving. Oostende en Aarlen zijn best in staat om hun specifieke problemen lokaal democratisch aan te pakken. Dat men daarbij de gewesten het initiatief moet laten, is ook evident. Eric Verhulst is voorzitter van www.WorkForAll.org, een onafhankelijke socio-economische denktank. De tekst werd mee ondertekend door Arthur De Decker, Bea Hendrickx, Bert Penninckx, Christina Teugels, Cil Haesendonck, Denis Clijsters, Filip Vandecaveye, Fons Bierbooms, Geert François, Gilbert van Gils, Hubert Vanhoe, Huguette Deschrijver, Ivan Hermans, Jan Bonroy, Jan Cabooter, Jan Vanstraelen, Jean Libeert, Jos Verhulst, Jef Keymeulen, Koenraad Elst, Lieve Van Coillie, Luc Van Braekel, Luc Thierie, Maarten Malaise, Mady Janssens, Marc Janssens, Marieke Höfte, Mhaouchi Mohammed, Michaël Bauwens, Pat Perquy, Peter Verniers, Piet Depauw, Pieter Verstraelen, Rob Lemeire, Roland Duchatelet, Rudi Dierick, Rudy Aernoudt, Sven Godijn, Tony Mary, Walter De Cock, Willy De Wit, Wim De Wit, Werner Govaerts, Willy Veyts. De meesten zijn actief in Vivant, Democratie Nu, Cassandra en België Anders