10 november 2007

Wereldnieuws dat misschien niet in uw krant stond...

Cheney afgezet?

Het Amerikaanse congres behandelt momenteel (10 november 2007) een voorstel om een impeachment-procedure tegen vice-president Dick Cheney op te starten, onder meer wegens het bewust achterhouden van informatie en verdraaien van feiten om de oorlog in Irak mogelijk te maken.

bron1 (democracynow.org)

bron2 (dailykos.com)

Volgens een enquête van de American Research Group zijn 54 % van de volwassen Amerikanen voor het opstarten van de afzettingsprocedure tegen Dick Cheney (voor Bush bedraagt dit percentage 46 %).

bron1 (afterdowningstreet)

bron 2 (american research group)

Vertaalfoutje

De beruchte uitspraak van Irans president Ahmadinejad dat Israël van de kaart geveegd moet worden, berust op een verkeerde vertaling. Wel zei Ahmadinejad dat hij hoopte dat "dit regime, dat Jeruzalem bezet, zou verdwijnen".

bron1 (mohammadmossadegh.com)

bron2 (juancole.com)

Derde wereldoorlog

Volgens de Asia Times verklaarde Vladimir Poetin bij zijn bezoek aan Iran, eind oktober, dat Rusland een Amerikaanse aanval op Iran als een aanval op Rusland zou beschouwen.

bron (atimes.com)

President Bush over een "interessante dag"

In december 2001 verklaarde George W. Bush dat hij op 11 september 2001 het eerste vliegtuig in het World Trade Center gebouw zag vliegen. "En ik zat buiten het klasje te wachten om binnen te gaan en ik zag hoe een vliegtuig de toren raakte – de tv stond kennelijk aan, en ik vloog vroeger zelf, en ik zei: "Wat een slechte piloot." En ik zei "Het moet een afschuwelijk ongeluk geweest zijn."

bron (CNN)

bekijk de video (18 sec.)

De volgende transcriptie van Bush' relaas vindt u op de website van het Witte Huis

Q(uestion): What was the first thing that went through your head when you heard that a plane crashed into the first building?

THE PRESIDENT: Yes. Well, I was sitting in a schoolhouse in Florida. I had gone down to tell my little brother what to do, and -- just kidding, Jeb. (Laughter.) And -- it's the mother in me. (Laughter.) Anyway, I was in the midst of learning about a reading program that works. I'm a big believer in basic education, and it starts with making sure every child learns to read. And therefore, we need to focus on the science of reading, not what may feel good or sound good when it comes to teaching children to read. (Applause.) I'm just getting a plug in for my reading initiative.

Anyway, I was sitting there, and my Chief of Staff -- well, first of all, when we walked into the classroom, I had seen this plane fly into the first building. There was a TV set on. And you know, I thought it was pilot error and I was amazed that anybody could make such a terrible mistake. And something was wrong with the plane, or -- anyway, I'm sitting there, listening to the briefing, and Andy Card came and said, "America is under attack."

And in the meantime, this teacher was going on about the curriculum, and I was thinking about what it meant for America to be under attack. It was an amazing thought. But I made up my mind that if America was under attack, we'd get them. (Applause.) I wasn't interested in lawyers, I wasn't interested in a bunch of debate. I was interested in finding out who did it and bringing them to justice. I also knew that they would try to hide, and anybody who provided haven, help, food, would be held accountable by the United States of America. (Applause.)

Anyway, it was an interesting day.

Wie kan die eerste inslag gefilmd hebben? Hoe bereikten de beelden de president zo snel? Waarom was deze verklaring geen wereldnieuws? Zouden we de persvrijheid herkennen als we ze hadden?

25 oktober 2007

11 september 2001 - of nog: Wat hebben generaal Wesley Clark en acteur Charlie Sheen met elkaar gemeen?

De website http://patriotsquestion911.com/ bevat honderden getuigenissen en citaten van Amerikanen die openlijk twijfelen aan de officiële versie van wat op 11 september 2001 gebeurde. Het zijn allen experten in hun vakgebied. Velen zijn overtuigd dat de Amerikaanse overheid en de geheime diensten actief betrokken waren bij de organisatie van de aanslagen. Opmerkelijk is in dit verband de kritiek van hooggeplaatste militairen en CIA-en FBI-medewerkers.

Trek eens een kwartiertje uit om een paar getuigenissen te lezen. Het is werkelijk hallucinant. Ervaren piloten, architecten, wetenschappers, topmilitairen leggen uit dat op 11 september onmogelijk gebeurd kan zijn wat de Amerikaanse regering ons wil doen geloven. Tientallen overlevenden getuigen dat ze meerdere explosies in de WTC-gebouwen hoorden.

De site, die heel goed gedocumenteerd is, bevat getuigenissen van

· 110+ officieren (tot de allerhoogste rang), CIA en FBI, politiemensen, overheids-officials

· 230+ ingenieurs en architecten

· 60+ piloten en luchtvaartprofessionals

· 160+ universiteitsprofessoren

· 190+ overlevenden van 9/11 en hun familieleden

· 100+ mediapersoonlijkheden

Een soortgelijke lijst, maar nu ook met kritiek van Congresleden, toppolitici en buitenlandse politici, vind je op de blog http://georgewashington.blogspot.com/2006/06/media.html.

Laat me iets weten als je graag meer informatie krijgt over wat ik intussen over 9/11 weet. Anderzijds wil ik ook graag je vragen of kritiek kennen. Het enige dat telt is de waarheid.

P.S. Als toemaatje nog dit artikel, waarin zeven CIA veteranen het 9/11 Commissierapport in vraag stellen: http://www.opednews.com/articles/genera_alan_mil_070922_seven_cia_veterans_c.htm

03 september 2007

Abgeordnetenwatch.de: hoe de Duitse kiezers in ijltempo mondiger worden

Abgeordnetenwatch.de biedt Duitse burgers de mogelijkheid om rechtstreeks en in alle openheid het gesprek met parlementsleden aan te knopen en ze bij hun parlementair werk op de vingers te kijken. Dagelijks telt de site meer dan 10 000 bezoekers. Daaronder ook meer en meer journalisten, die abgeordnetenwatch.de gaandeweg als informatiebron voor politieke verslaggeving ontdekken. Het initiatief ontstond in december 2004 in de deelstaat Hamburg en bestond tot voor kort alleen voor de Bürgerschaft, het Hamburgse parlement. Het succes was echter zo overweldigend dat abgeordnetenwatch.de in december 2006 naar het nationale parlement, de Bundestag, uitgebreid werd. Sindsdien stelden Duitse burgers maar liefst 6700 vragen aan hun verkozenen, gemiddeld meer dan 900 per maand! Maar niet alleen de burgers, ook de parlementsleden zelf doen hun best om er een succes van te maken: de antwoordquote ligt bij 75 %. De twee onderstaande voorbeelden illustreren de werking van de site (*): - Een burger pleit voor vervanging van de schoolplicht door vrije leerkeuze en vraagt Gregor Gysi (Die Linke) naar zijn standpunt hieromtrent. - Christian Ahrendt (FDP) antwoordt op de vraag, hoe hij over de invoering van het referendum in Duitsland denkt. Antwoordstatistieken en thematische zoekfuncties maken het mogelijk, de standpunten van verschillende verkozenen of hun ijver bij het beantwoorden van vragen te vergelijken. Ook kunnen de gebruikers sterke antwoorden als "lezenswaardig" aanbevelen. Maar de site heeft meer te bieden dan alleen vraag-en-antwoord. Naast een profielbeschrijving (bvb. FDP-voorzitter Guido Westerwelle) vinden de burgers er ook informatie over het stemgedrag en de bezoldigde nevenactiviteiten van hun verkozenen. Gefinancierd wordt abgeordnetenwatch.de uitsluitend met publiciteit en giften (naast een beperkte bijdrage van de parlementsleden voor bepaalde functies). In de aanloop naar (deelstaat)verkiezingen vormt kandidatenwatch.de een vergelijkbaar vraag-en-antwoord-platform voor alle opkomende kandidaten. De volgende stap voor abgeordnetenwatch.de is de uitbreiding naar alle zestien Duitse deelstaatparlementen. Sinds begin augustus loopt een campagne om burgers aan te zetten, hun "deelstaat-watch" mee te financieren. Een deelstaat krijgt zijn eigen abgeordenetenwatch zodra er voldoende geld is om de site 90 dagen lang te modereren. (*) naschrift april '08: de twee links hieronder voeren niet meer naar de oorspronkelijke vragen, maar het principe is nog altijd hetzelfde

21 juni 2007

Europese burgers, wees waakzaam!

(opinieartikel in De Standaard, 21 juni 2007) Deze week trachten de 27 staats- en regeringsleiders van de Europese Raad belangrijke delen van het Europees grondwettelijk verdrag alsnog te redden. Het benieuwt me ten zeerste, welke van de volgende bepalingen uit de ‘grondwet’ de Raad zal behouden: • De in het verdrag ingeschreven toelating om bij oproer of opstand in de menigte te schieten? (slotakte, verklaring 12, art. 2) • De uitdrukkelijk vermelde mogelijkheid om de doodstraf opnieuw in te voeren? (slotakte, verklaring 12, art. 2) • De mogelijke overheveling van onder meer onderwijs, jeugd, sport en toerisme naar het Europees beleidsniveau? (art. I-17 en III-282) • De bevoegdheid die art. IV-445 aan de Europese Raad schenkt om, ook zonder de instemming van het Europees parlement, 154 van de 321 artikelen uit deel III van het grondwetsverdrag te wijzigen? Deel III, het deel dat Sarkozy kost wat kost wil redden, gaat over ‘Beleid en Werking van de Unie’ en bepaalt onder meer welke beleidsdomeinen (al dan niet exclusief) op het Europese niveau liggen. Ook onderwijs, jeugd, sport en toerisme vallen daaronder. Maar er is meer: de zogenaamde flexibiliteitsclausule (art. I-18) maakt het mogelijk om, zonder instemming van de nationale parlementen, ook nieuwe bevoegdheden in deze beleidsdomeinen naar het Europese niveau over te hevelen. Een bedenking bij dit alles: in hoeveel democratieën kan de grondwet buiten het parlement om gewijzigd worden? • De grondwettelijke verankering van Straatsburg als zetel van het Europees parlement, met andere woorden de vastlegging van de miljoenen euro's verslindende maandelijkse karavaan tussen Brussel en Straatsburg? (slotakte, 6e protocol) • De levenslange gerechtelijke immuniteit voor 40 000 EU-ambtenaren en -medewerkers voor daden die ze ‘in hun officiële hoedanigheid’ stellen? (slotakte, protocol 7, art. 11) • De inperking van het respect voor het privé-leven, de woning en de correspondentie van de burgers, wanneer “het economisch welzijn van het land” of “de bescherming van de goede zeden” dat vereisen? (slotakte, verklaring 12, art. 7) • De mogelijkheid om oorlog te voeren zonder de instemming van het Europees parlement? Volgens de nieuwe grondwet kan de ministerraad eenzijdig over militaire operaties beslissen. (art. I-41 en art. III-376). • De in de Grondwet ingeschreven verplichting (!) voor de lidstaten om hun militaire uitgaven te verhogen? (art. I-41) Dit alles keurde het Belgische parlement destijds met een overweldigende meerderheid en zonder noemenswaardig debat goed. Met hun ‘non/nee’ keilden de Fransen en de Nederlanders het grondwetsverdrag in principe in de juridische prullenmand. Maar de troika Merkel-Sarkozy-Barroso lijkt vastbesloten, alsnog zoveel mogelijk van het verdrag door te drukken. Zonder lastige referenda, welteverstaan. Dit grondwettelijk verdrag zet de scheiding der machten definitief op de helling en maakt de EU nog minder democratisch dan ze al is. Dat geven ook Europese toppolitici onomwonden toe: • “Ik heb nog nooit een zo donkere donkere kamer gezien, als deze Conventie” (de Luxemburgse premier Jean-Claude Juncker over de Europese Conventie, die het grondwetsverdrag uitwerkte, Der Spiegel, 16 juni 2003). • “Het is niet overtuigend, het principe van de scheiding der machten zonder meer op de EU over te dragen.” (de Duitse parlementsvoorzitter Norbert Lammert, Welt am Sonntag, 18 maart 2007). • “Het in werking treden van het grondwettelijk verdrag zal het proces van de sluipende centralisering nog versterken. (...) Deze grondwet moet men afkeuren” (Roman Herzog, voormalig president van de Bondsrepubliek, daarvoor jarenlang voorzitter van het Duits grondwettelijk Hof, Welt am Sonntag, 14 januari 2007). Tot slot nog dit: de ‘Europese Grondwet’ is helemaal geen grondwet, maar wel een multilateraal verdrag tussen staten. Een verdrag weliswaar dat die staten boven de eigen grondwet plaatsen. Het grote verschil met een (grond)wet is echter de bijna-onmogelijkheid om in de praktijk een bestaand internationaal verdrag te wijzigen. Precies daarom moeten staatsverdragen in een land als Zwitserland bij referendum goedgekeurd worden. Kortom, redenen genoeg voor ons burgers om deze week extra waakzaamheid aan de dag te leggen. Geert Van Hout is vertaler en slavist. Hij studeert sinds 2004 natuurkunde in Berlijn. Hij schreef deze bijdrage in naam van 'Mehr Demokratie', een organisatie met meer dan 4.400 leden die in Duitsland en Europa ijvert voor de directe democratie www.mehr-demokratie.de De verwijzingen in deze tekst hebben betrekking op de officiële verdragsteksten zoals ze vermeld staan in het e-book Europese Grondwet (www.grondweteuropa.nl).

25 april 2007

democratie en leugenachtigheid

(verschenen in De Standaard op 26 april 2007) Defaitisme 'Ook bij ons zal er voor 10 juni veel worden voorgespiegeld dat na die datum onhaalbaar zal blijken te zijn. Die wetenschap is voor velen een bron van ergernis tegenover het politieke bedrijf. Maar het is er onlosmakelijk mee verbonden. Hoe meer mensen dat inzien, hoe gezonder de democratie is', schrijft deze krant in haar commentaar (DS 25 april) Meent u nu werkelijk dat de democratie gezonder is naarmate meer mensen de leugenachtigheid van het pre-electorale partijopbod als een onlosmakelijk aspect van het politieke bedrijf aanvaarden? Moeten we het defaitisme dan maar institutionaliseren? Zouden we niet beter op zoek gaan naar een democratisch model waarin voor dit soort cynisme geen plaats is? Hier volgt meteen een eerste aanzet: geef de burgers de mogelijkheid om bij verkiezingen de door de partijen voorgestelde lijstvolgorde te doorbreken (bijvoorbeeld door de meervoudige voorkeurstem en het panacheren in te voeren). Geef hen de mogelijkheid de verkozen politici op elk moment tot de orde te roepen (bijvoorbeeld door de volksraadpleging en het bindend referendum op volksinitiatief in te voeren). Beide maatregelen zijn met democratie verbonden. Hoe meer mensen dat inzien, des te gezonder de democratie is. Geert Van Hout (Berlijn) De oorspronkelijke commentaartekst van Bart Sturtewagen (uit DS 24 april 2007): Niet reddeloos De uitslag van de eerste ronde van de Franse presidentsverkiezingen biedt interessante aanknopingspunten voor onze eigen federale verkiezingen, over zeven weken. Het eerste en belangrijkste is dat fatalisme uit den boze is. Fatalisme over de mate waarin politiek wervend kan zijn en mensen kan aanspreken. En fatalisme over de mate waarin een deel van het electoraat reddeloos zou zijn voor de democratische politiek. De opkomst van de Fransen voor de stemronde van vorige zondag overtreft alle verwachtingen. Zonder opkomstplicht en met uitzonderlijk goed aprilweer ging toch 85 procent van hen naar het kieslokaal. Als kiezers het gevoel krijgen dat hun mening er iets toe doet én erop vertrouwen dat met hun stem iets nuttigs zal worden aangevangen, dan dagen ze op. Dat schept een grote verantwoordelijkheid voor de politici. De verwachtingen zijn huizenhoog. Daar geen afdoende antwoord op bieden, zal al het krediet weer doen smelten als sneeuw voor de zon. Het ging zondagavond in de televisiedebatten de hele tijd over changement, transformation en renouveau. Iedereen vindt dat het anders en beter moet. De uitdaging voor de politieke leiders van straks zal zijn om die vernieuwing ook gestalte te geven. Daarvoor moeten ze de tweedeling van het politieke landschap en de blokkeringen die ze meebrengt, overstijgen. Dat koploper Nicolas Sarkozy erin slaagde Jean-Marie Le Pen te reduceren tot een goede 10 procent, maakt duidelijk dat een potig discours wel degelijk in staat is om kiezers uit hun negativisme en cynisme te halen. Die taal is onwelgevallig voor de oren van fijnbesnaarde zielen, maar ze werkt. Ook wie zelf geen aanhanger van die aanpak is, moet de intellectuele eerlijkheid opbrengen om het onderscheid te maken tussen een verhaal dat op uitsluiting is gebaseerd en een pleidooi voor verantwoordelijkheid, discipline, rechten en plichten. Het ene behoort niet tot de ruimte van de democratische politiek, het andere wel, ook al hoeft niemand het ermee eens te zijn. Overigens klonk Sarkozy zondagavond behalve presidentieel plots ook heel wat verzoenender tegenover Ségolène Royal en vooral poeslief tegenover de kiezers van de centrist François Bayrou. De evenwichtsoefening waarvoor de rechtse kandidaat staat om het presidentschap te pakken, is uiterst complex. Eens te meer wordt het politieke adagium bewezen dat je om de macht te verwerven, heel andere technieken en talenten behoeft dan om ze uit te oefenen. Het loven en bieden dat een verkiezing voorafgaat, contrasteert vaak fel met het eropvolgende beleid. Ook bij ons zal er voor 10 juni veel worden voorgespiegeld dat na die datum onhaalbaar zal blijken te zijn. Die wetenschap is voor velen een bron van ergernis tegenover het politieke bedrijf. Maar het is er onlosmakelijk mee verbonden. Hoe meer mensen dat inzien, hoe gezonder de democratie is.