21 april 2009

Het einde van de grondwet?

De Duitse grondwetspecialist Dietrich Murswiek slaat alarm over het verdrag van Lissabon (waarover het Duits Grondwettelijk Hof zich nog moet uitspreken). Hier volgt de vertaling van Murswieks vrije tribune in de Süddeutsche Zeitung van 17 april 2009.

Ik ben bewust zo weinig mogelijk van de brontekst afgeweken. De vertaling doet hier en daar dan ook wat houterig aan. Af en toe staat tussen haakjes de door Murswiek gebruikte Duitse term. Een zeker gebrek aan precisie is al in het origineel aanwezig.

bron: Süddeutsche Zeitung, 17 april 2009

Het einde van de grondwet

60 jaar Bondsrepubliek : de Duitse grondwet in het laatste jaar van zijn bestaan - de schuldige is het EU-verdrag van Lissabon

door Dietrich Murswiek

Een jaar geleden keurden de verkozenen in het Duitse parlement (de Bundestag) het verdrag van Lissabon goed, maar de draagwijdte van hun beslissing konden ze toen helemaal niet zien. Over één gevolg van het verdrag, een gevolg van welhaast revolutionaire draagwijdte, had de Duitse regering ze niet op de hoogte gebracht. Vermoedelijk is de regering zelf niet opgevallen wat de grondwettelijke gevolgen van het verdrag van Lissabon zijn: het EU-verdrag wordt de Europese opperste grondwet en het Europees Hof van Justitie wordt het hoogste grondwettelijk gerechtshof voor alle EU-landen. Ook ontneemt het verdrag het Duitse Grondwettelijk Hof (Bundesverfassungsgericht) de bevoegdheid om definitieve uitspraken te doen over kwesties betreffende het Duitse grondwettelijk recht. Deze gevolgen van het Lissabon-verdrag vloeien voort uit het feit dat het verdrag de huidige structuur van de EU opheft.

Ook nu al gaat EU-recht gedeeltelijk vóór lidstaatrecht, ook nu al plaatst het Europees Hof van Justitie zich bij conflicten boven de nationale rechtbanken. Echter, dit geldt bijna uitsluitend voor economische aangelegenheden. Met het verdrag van Lissabon verandert dit : de tot nu uitsluitend daarvoor (1) geldende basisprincipes van de Europese integratie worden nu grotendeels voor de hele EU verplicht gemaakt. Tegelijk wordt de competentie van het Europees Hof van Justitie op weinige uitzonderingen na uitgebreid tot alle rechtsgebieden waarvoor het Hof nog niet competent was. Het gevolg is dat het EU-verdrag in de toekomst nationale grondwettelijke kwesties regelt die tot vandaag tot de streng bewaakte kern van de nationale souvereiniteit behoorden.

Het EU-verdrag standaardiseert bepaalde basiswaarden (Dt. Grundwerte), die nu voor de EU en voor de lidstaten in gelijke mate bindend karakter hebben. Dat is niet nieuw: het verdrag van Amsterdam nam al in 1997 een dergelijke clausule in het EU-verdrag op. Maar tot vandaag is de verplichting om de basiswaarden na te leven veeleer een politieke verplichting en kan het Europees Hof niet over de naleving van deze waarden oordelen. Deze verplichting is vooral belangrijk als criterium bij de opname van nieuwe lidstaten. Bovendien bestaat er een sanctieprocedure, die enkel bij zware en langdurige schendingen van de basiswaarden toegepast wordt, bijvoorbeeld wanneer een staat zich na een militaire staatsgreep van de basiswaarde democratie afkeert. Overeenkomstig het verdrag van Lissabon beschrijven de basiswaarden niet langer de volkenrechtelijke verplichtingen tussen de lidstaten en de EU, maar worden ze in de lidstaten direct toepasbaar. Dit betekent dat in de toekomst elk vredegerecht een Duitse wet zonder gevolg kan en moet laten, wanneer het van mening is dat deze wet met een van de EU-basiswaarden onverenigbaar is. Echter, volgens de (Duitse) grondwet heeft het Grondwettelijk Hof het beslissingsmonopolie om te oordelen of een wet in strijd is met de grondwet. Aangezien nu het EU-verdrag met de daarin opgenomen basiswaarden een Europese opperste grondwet (Dt. Oberverfassung) wordt, komt een einde aan dit beslissingsmonopolie. En terwijl tot vandaag alleen langdurige en zware inbreuken op een basiswaarde bestraft konden worden (en uitsluitend politiek bestraft konden worden), kan in de toekomst bij elke individuele inbreuk een lidstaat voor het Europees Hof van Justitie aangeklaagd worden.

Nu zijn de basiswaarden van het EU-verdrag zulke mooie waarden als democratie, rechtsstaat, vrijheid, gelijkheid en menselijke waardigheid. Wat kan er dan slecht aan zijn dat in de toekomst het Europees Hof van Justitie daarover waakt? Het probleem is: de EU en vooral haar Hof van Justitie krijgen onder het mom van deze waarden de mogelijkheid om zwaar in de binnenlandse aangelegenheden van een lidstaat in te grijpen. Maar over de vraag wat we onder democratie en menselijke waardigheid moeten verstaan bestaat slechts een heel abstracte consensus. In individuele gevallen zijn de meningen zeer verdeeld. Is het een gebod van de democratie, een partij zoals de NPD te verbieden, of is het verbieden van een partij die haar doelstellingen geweldloos nastreeft een inbreuk tegen het democratieprincipe? Vormt verbruikend embryo-onderzoek een inbreuk op de menselijke waardigheid of is het net te rechtvaardigen met de waardigheid van de zieken die gered kunnen worden met de op basis van dit onderzoek ontwikkelde medicatie? Zulke vragen worden in verschillende Europese landen verschillend beantwoord. Met het verdrag van Lissabon wordt het definitieve oordeel over deze vragen niet langer door de nationale grondwettelijke rechtsinstanties geveld, maar door het Europees Hof van Justitie. Dat kan vooral gevolgen hebben voor de bescherming van de grondrechten in Duitsland. Zo overheerst bij het Europees Hof van Justitie – in tegenstelling tot het Duits Grondwettelijk Hof – de mening dat de menselijke waardigheid niet absoluut onaantastbaar is, maar tegen andere 'goeden' en waarden moet worden afgewogen.

Bovendien heeft het verdrag van Lissabon de bestaande basiswaarden uitgebreid met dubbelzinnige (Dt. vieldeutige) waarden zoals "rechtvaardigheid" en "solidariteit". Zulke begrippen tooien elk partijprogramma. Als basiswaarden van het EU-verdrag bieden ze het Hof van Justitie echter de mogelijkheid, zich met de binnenlandse en sociale aangelegenheden van de lidstaten te bemoeien en beslissingen te nemen waarvoor eigenlijk de nationale parlementen bevoegd zijn. Zal het Hof van Justitie bijvoorbeeld een nationale regeling onwettig verklaren die de managerlonen beperkt – omdat dat "onrechtvaardig" is? Of net omgekeerd: zal het beslissen dat het niet beperken van managerlonen een inbreuk tegen de basiswaarden is? Vandaag kan niemand dat weten. Na vijf decennia van jurisprudentie weten we wel dat het Europees Hof van Justitie elke gelegenheid te baat genomen heeft om zijn invloed op het nationale recht te vergroten.

Van zulke gevaren was tijdens de parlementaire debatten over het verdrag geen sprake. Nu blijkt echter dat het verdrag van Lissabon de nationale grondwetten degradeert tot de status die in Duitsland de grondwetten van de deelstaten tegenover de federale grondwet hebben. Het Duits Grondwettelijk Hof verliest zijn macht ook op die gebieden die louter met Duitse aangelegenheden te maken hebben. Dat was wellicht niet de bedoeling van de landen die het verdrag uitwerkten, maar het is wel een gevolg. De Duitse regering heeft nu nog de mogelijkheid om dit effect door een volkenrechtelijk voorbehoud te verhinderen. Doet ze dat niet, dan zou het zestigste jubileum van de Duitse grondwet dat we dit jaar vieren wel eens het laatste kunnen zijn. Want in de toekomst zal de grondwet nog slechts als een deelstaatgrondwet voortbestaan, als een grondwet van de tweede rang.

(1) Waarschijnlijk verwijst "dafür" (daarvoor) in de Duitse tekst naar "economische aangelegenheden".

01 april 2009

Mark Grammens, 'de journalist van Vlaanderen', bij Rondas

Op 21 maart was Mark Grammens de gast van Jean-Pierre Rondas in zijn zondagse Klara-programma Rondas. Hier volgt de volledige transcriptie van Grammens' woorden (de bindteksten van JPR zijn niet volledig weergegeven). Geniet ook van de mooie inleiding van Jean-Pierre Rondas: een welverdiende hulde aan de Journalist van Vlaanderen... - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - [JPR] – Beste luisteraar, ik ben aan mijn derde brommende, vermanende maner toe in een reeks van drie. Het is Mark Grammens, de journalist van Vlaanderen. U weet nog wie de twee anderen waren, vorige week Immanuel Wallerstein, de wereldsysteemdenker. En met Wallerstein heeft Grammens een zeker internationalisme gemeen, met een gezonde dosis kritiek op het Amerikaanse imperialisme, van Vietnam tot Irak. De eerste maner in de reeks was de pas overleden Jaap Kruithof, en ook die kwam als vrijzinnige en als marxist, af en toe wel eens, net zoals Grammens dat altijd doet, uit voor zijn links Vlaams-nationalisme. Zo werd Mark Grammens ook lang beschouwd: als links, behorende tot het progressieve kamp. Maar die perceptie is in Vlaanderen gekanteld. Plots was hij rechts, en dat heeft alles te maken met de veranderde houding tegenover de Vlaamse autonomie, tegenover het Vlaamse autonomiestreven bij de politiek correcte intelligentsia. Want in feite is Grammens vandaag, op zijn vijfenzeventigste, nog altijd een van de weinige buitenlandjournalisten met een scherpe blik op alle kolonialismen en imperialismen, van welke origine dan ook, jawel, ook een blik op het kolonialisme van Israël in Palestina. Niet toevallig was Grammens de stichter van het enige tijdschrift voor buitenlandse politiek dat Vlaanderen ooit bezat, het fameuze Tijdschrift voor Diplomatie, denk aan Le Monde Diplomatique. En niet alleen daardoor behoorde hij ooit tot een progressief kamp. Hij behoorde daartoe voornamelijk door hét weekblad par excellence van de jaren '60 en '70, De Nieuwe. De Nieuwe, dat hij nogal autoritair leidde, maar waarin op een gegeven moment de fine fleur van de Vlaamse culturele journalistiek heeft geschreven en getekend. Getekend daarin heeft bijvoorbeeld de karikaturist Gal, die is daar groot geworden, die was op den duur gewoon 'De Nieuwe incorporated'. U herinnert zich ook dat de Nieuwe een van de doodgravers van het Egmontpact is geweest en daarmee ook van Tindemans zijn eersteministerschap. De Nieuwe werd oud toen er een stel jonge redacteuren hem overnamen. En Mark Grammens, die een bundel journalistieke ervaring was, opgedaan in Engeland, Grammens begon in 1988 op zijn eigen, met het veertiendaagse blad Journaal. Alleen voor abonnees, dat is het eerste kenmerk van Journaal. Twee, merkwaardig is dat blad in die zin dat er alleen zwarte letters op een wit blad te zien zijn, niets anders, geen kleur, geen foto, geen reclame, niets, alleen tekst. Een derde kenmerk: die tekst is alleen van zijn hand. Hij zit ondertussen aan bladzijde 4280 of daaromtrent, a rato van acht bladzijden per keer, dag in dag uit geschreven op een oude Adler, een machien dat zijn bezitter en pijniger ondertussen gewoon moet zijn geraakt. Van 1988 tot nu, dus meer dan dertig (sic!) jaar is Journaal bezig, de marktwetten te tarten. Als lezer is men het eens of niet eens met de soms zeer persoonlijke stellingnames daarin, maar één ding is zeker: op die plekken waar Journaal in de bus valt wil iedereen het blad als eerste lezen. Zelf omschreef hij zijn achtbladige afleveringen als telkens weer een verzameling van hoofdartikelen. Hoofd-artikelen welteverstaan, zoals in buitenlandse kranten, want hier kent men dat niet meer. Zo spreekt Grammens trouwens ook. Grammens onderbouwt zijn standpunten met een karrenvracht lectuur, voornamelijk van andere kranten en nieuwsbronnen. Wat dat betreft is hij zoals Noam Chomsky, die heel duidelijk en heel candide ook altijd zegt: 'maar wat ik vertel is toch niks nieuws, dat is toch allemaal openbaar'. Welnu, ook Grammens doet die zoektocht voor ons in feite, waarbij hij nog eens een haarscherp geheugen heeft voor uitspraken van politici. En politici worden nu eenmaal nooit graag herinnerd aan de uitspraken van de vorige dag. (...) (5'28") Waarover gaan we het nu hebben? Simpel, over de periode tussen de vorige federale verkiezingen, juli 2007, en de volgende regionale verkiezingen, juni 2009. We beginnen met een vergelijking van nu met een episode uit het verleden, namelijk de Koningskwestie uit 1950 (waar haalt hij het uit?) en we eindigen met de Fortiscommissie, of hoe heette ze. En daartussenin gaat het over de splitsing van B-H-V, en over de staatshervorming, waarvan hij voornamelijk zegt dat we daar geen haast mee moeten maken. Niet dringend. Wachten. Maar eerst: 60 jaar terug. 1. Koningskwestie 1950 - staatshervorming 2007 (6'10") [MG] – Wat er gebeurd is bij de Koningskwestie is (ik heb het niet over de grond van de zaak hé, louter wat er naar aanleiding daarvan gebeurd is), dat op een gegeven moment de koningsgezinden geen andere keuze hadden dan te stemmen voor de CVP. De CVP heeft daar duchtig van geprofiteerd, terwijl aan de top van de CVP er een aantal mensen waren die hoegenaamd geen voorstander waren van de terugkeer van Leopold III op de troon. De CVP heeft toen een absolute meerderheid gehaald van de stemmen en heeft die absolute meerderheid gebruikt om een homogene regering samen te stellen, de regeringen Pholien en Van Houtte, en die regeringen hebben het beleid gevoerd dat de CVP wilde voeren – op heel andere terreinen dan dat waarvoor ze verkozen was, dat was Leopold III terugbrengen. Het voornaamste dat die homogene regering tot stand heeft gebracht, is een enorme scholenbouw in het katholiek onderwijs. Dat was misschien wel noodzakelijk, daar gaat het nu niet om. Het gaat niet over de grond van de zaak, ik heb het niet tegen die scholenbouw. Ik wil alleen zeggen: men is verkozen op een heel ander thema dan datgene waar men campagne (Grammens zegt 'beleid') voor gevoerd heeft. Ik heb daar in de loop van 2007 zeer vaak moeten aan terugdenken. De huidige CD&V, de opvolger van de CVP, maakt groot kabaal rond een bepaald thema, legt zware beloften af, precies zoals de hele CVP in het jaar 1950 zware beloften aan de kiezer heeft gedaan over Leopold III, maar houdt die beloften niet en voert met het stemmenaantal dat ze op die basis gekregen hadden, een heel ander beleid dan wat de kiezer heeft verwacht en waarvoor men gestemd heeft. 't Is juist dezelfde geschiedenis. En weer ging het om een belofte, die geloofwaardig klonk. Men had in '50 het gevoelen dat de CVP inderdaad zich zou inspannen voor de terugkeer van Leopold III op de troon. Mensen hadden die overtuiging, niet de top van de CVP, sommigen wel hoor. En nu weer: waarom hebben een groot aantal mensen nu voor CD&V gestemd, in 2007, die dat bij vorige verkiezingen niet gedaan hadden (het gaat over een behoorlijk aantal)? Omdat de beloften die de CD&V gedaan heeft in verband met de staatshervorming, geloofwaardig klonk. Dat was het probleem, men kan zo luid roepen als men wil dat men een grote staatshervorming nastreeft, dat is geen echte zakelijke belofte omdat, daaruit volgt niet dat men het realiseert, men moet de staatshervorming realiseren in samenspraak met anderen, franstalige partijen. Dus het afleggen van een belofte 'wij gaan zorgen voor een staatshervorming', dat geeft geen zekerheid. Voorzitter Vandeurzen, hij vooral, Leterme ook, maar vooral Vandeurzen beloofde niet alleen om een staatshervorming tot stand te zullen brengen maar van niet in een regering te zullen treden als die staatshervorming niet doorging. Die belofte is het die mensen heeft doen stemmen voor CD&V die het in andere omstandigheden niet zouden gedaan hebben. Dat is dus weer dezelfde geschiedenis als bij de terugkeer van Leopold III. Men belooft iets, dat klinkt geloofwaardig, en dan komt men aan de macht. En dat is alles. Uiteindelijk heeft de CD&V niets, volstrekt niets bereikt van wat ze beloofd had. Dat is het niet wat moet kwalijk moet genomen worden, maar wel dat ze de daaraan verbonden waarborg, daar gaat het om, de waarborg, te weten, niet in een regering te zullen treden zonder de belofte uit te voeren, dat ze die waarborg niet heeft weten te handhaven. Daar gaat het om. Ik denk dat dit het belangrijkste politiek feit is geweest van die periode: de onbetrouwbaarheid van een Vlaamse potentiële regeringspartij wanneer het gaat om het nastreven van de macht, de onbetrouwbaarheid wat haar kiesbeloften betreft. Hetzelfde met de N-VA. De vorming van het kartel met de N-VA was soort van waarborg, een bijkomende waarborg dat de belofte zou gehandhaafd worden. Want men wist: dat is de bestaansreden van die partij. Derhalve, zolang die partij erbij is zal men die belofte moeten houden. Trouwens, Greta d'Hondt, dat was de dame die in de senaat het ACV vertegenwoordigde en die nu (ze is geen senator meer) werkt op het kabinet van Milquet, als ACV-pion daar, welnu zij heeft ooit in een interview zeer duidelijk gezegd: "Het kartel met N-VA was niet inhoudelijk bedoeld, er was geen inhoudelijke basis voor, het ACV heeft alleen het kartel getolereerd met het doel aan de macht te komen." Zij is daar in een interview openlijk voor uitgekomen. Dus daar was een dubbel kiezersbedrog: aan de ene kant, men beloofde als waarborg voor het feit dat men een staatshervorming zou nastreven, beloofde men niet aan een regering deel te nemen. En de tweede waarborg was: wij zijn in een alliantie met de N-VA, die dat als voornaamste streefdoel heeft, dus ge moogt gerust zijn. Dus van het standpunt uit gezien van de machtspartij waren die twee garanties die ze bood aan de kiezer verantwoord. VLD heeft zich tijdens de verkiezingen van het jaar '07 veel minder op dat thema geprofileerd, dus ik denk niet dat er zoveel mensen speciaal voor de VLD gestemd hebben omwille van die reden, terwijl er wel ongeveer een derde van de kiezers van de CD&V voor die partij gestemd hebben om die reden en niets anders, mensen die in andere omstandigheden, indien ze dus niet... geen geloof hadden gehecht aan de beloften die gedaan werden, zouden gestemd hebben voor Vlaams Belang, voor een andere partij, om het even, maar misschien niet voor CD&V. Zodra het perspectief op een...de machtsuitoefening aanwezig was, heeft er een korte interne strijd plaatsgevonden binnen de leidende regionen van de CD&V, die geleid heeft tot de machtswisseling tussen Leterme en Van Rompuy. Want Leterme, ik denk niet dat Leterme zeer Vlaamsgezind is, hoor. Ik ga niet overdrijven, maar ik moet in het voordeel van Leterme zeggen dat ik er wel van overtuigd ben dat die man oprecht gelooft dat de redding van België ligt in een grote staatshervorming. De reden waarom Leterme dit nastreeft is minder flamingantisme, Vlaamsgezindheid, dan wel een verlangen naar een goed bestuur. Hij had als minister-president van Vlaanderen aangevoeld dat het strikt noodzakelijk was voor een goed bestuur om een grote staatshervorming door te voeren. Die man was daar, denk ik, oprecht van overtuigd, ik denk ook dat hij in alle oprechtheid maandenlang op Hertoginnedal en elders gewerkt heeft aan het nastreven van dat doel. Maar op het kritiek moment gekomen, wanneer gebleken was dat dus het Waalse 'non' onverzettelijk bleef is er binnen de CD&V beslist van het doel niet langer na te streven, maar gewoon aan de macht te komen. En dat aan de macht komen heeft niet geleid tot de vervulling van een andere belofte die gedaan werd, namelijk goed bestuur leveren. Het is inderdaad een puur immobilisme geworden. Hoewel, toch niet onderschatten : men vertelt mij dat er dagelijks misschien wel honderd, indien niet meer, benoemingen en bevorderingen ten voordele van partijmensen en vooral van de vakbond worden verricht op dit ogenblik. Dus dat is naar mijn gevoel op dit moment de enige vorm van machtsuitoefening die de CD&V uitvoert. (14:37) 2. BHV, separatisme, confederalisme, Brussel (Dit tweede deel kon u al vinden op victacausa.blogspot.com en op Inflandersfields.eu. Ik neem deze transcriptie integraal over, met dank aan Marc Vanfraechem voor de vriendelijke toestemming.) (17'05") Ik ben geen groot voorstander van het betalen van om het even welke prijs, zelfs niet de geringste, voor zowel het tot stand brengen van een staatshervorming, als voor de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. Ik ben natuurlijk wel voorstander van die twee gebeurtenissen –dat spreekt vanzelf, waarom zou ik het niet zijn?– maar ik vind het totaal onverantwoord van daar ook maar de geringste prijs voor te betalen. Wat staatshervorming betreft moeten we een beetje, in Vlaanderen een beetje meer lezen, Le Soir lezen, en andere Franstalige kranten lezen. Dan zouden we weten dat de Franstalige partijen, de Franstalige elite, op dit ogenblik volop bezig is, bijna geobsedeerd is door het thema van de splitsing van België. Het enige dat hen op dit ogenblik interesseert, dat is de best mogelijke voorwaarden bekomen, waarop bij een eventuele splitsing Wallonië tot stand kan worden gebracht, hetzij bij Frankrijk, hetzij anders, om het even. Zij doen daar alles voor. Zij gaan zo ver van zelfs idiotieën zoals een corridor tussen Brussel en Wallonië te verdedigen, wat gewoon absurd is. Alsof de Vlamingen militair zouden de grens met Wallonië afsluiten. Je, je moet halfgek zijn om zo te redeneren. Maar bon, ze zijn nu eenmaal zo. Ze zijn geobsedeerd door een soort verlatingsangst, en van daaruit halen zij de gekste toeren uit. Maar, je moet wél begrijpen: elke toegeving die nu gedaan wordt, die wordt definitief op het moment van een eventuele splitsing. Kijk, ik ben er voorstander van, ik zou wensen dat ook alle Vlamingen die geen voorstander zijn van de splitsing van België, voortdurend met dat feit rekening zouden houden, precies zoals álle Walen op dit ogenblik dat doen. Dat is wat in Vlaanderen nu moet, nodig is, dat is een Vlaamse elite die, zelfs indien zij geen splitsing van België wenst, er toch in al haar daden rekening mee houdt. Om die reden ben ik dus tegen élke vorm van toegeving, in ruil voor het verkrijgen van een verdere staatshervorming. Dat vind ik dus niet verantwoord. Er zal op het moment van de splitsing, als die ooit plaatsvindt, ik zeg wel áls, zal er nog genoeg onderhandeld moeten worden. Dus, laten wij in godsnaam niets prijsgeven nu, dat is gewoon een lichte vorm van landverraad, van Vlaams standpunt uit gezien. Dat dus wat de staatshervorming betreft. Nu, wat Brussel-Halle-Vilvoorde betreft, volg ik dezelfde redenering, dus ook daar geen enkele toegeving doen. Ik ben het met Johan Vande Lanotte eens dat dit ook niet hoeft, want dit is een norm, die splitsing, die vastligt en die door het Constitutioneel Hof wordt opgedragen aan de Wetgevende en de Uitvoerende Macht, hetgeen betekent dat, als er verkiezingen plaatsvinden in het jaar elf, of vroeger, voor Kamer en Senaat, en Brussel-Halle-Vilvoorde is niét gesplitst, dan wordt dat een resem van processen, van alle Vlaamsgezinden. Die gaan zich inspannen om zoveel mogelijk processen aan te spannen totdat die ongeldigverklaring van die verkiezingen volgt. En dan komt er het volgende: dan worden wij in de wereld weer eens voor schut gezet. Allez kom, de hoofdstad van Europa kan geen geldige verkiezingen organiseren, beeld u dat in! Als je er van uitgaat dat de Franstaligen meer belang hebben bij het behoud van België, en bij de reputatie van België, dan de Vlamingen die op zichzelf kunnen bestaan, dan volgt daaruit dat het in het voordeel van de Franstaligen is dat Brussel-Halle-Vilvoorde gesplitst wordt. Ziet ge? En ik ben er van overtuigd dat zij dat ook weten. Ze proberen alleen van de gelegenheid gebruik te maken om van de Vlamingen van alles binnen te halen, te verkrijgen. Geef daar niet aan toe, en die splitsing komt er sowieso. [JPR] ...wie in de geschiedenis van de Belgische staat toch een paar krachtlijnen kan zien, weet ook wel dat er één lijn duidelijker gemarkeerd is dan alle andere, namelijk die naar meer soevereiniteit voor Vlaanderen, met andere woorden: de centrifugale lijn. (22'47") Dat weten de Franstaligen ook, dat wij dat zo opvatten als een stap naar de geleidelijke totstandkoming van een Vlaamse natie. Dat hoeft daarom geen volledige zelfstandigheid te zijn. Als ik spreek over Vlaamse natie, ben ik realistisch genoeg om daar niet de Vlaamse Republiek mee te bedoelen, maar wel een zeer verregaande vorm van confederalisme. Dat volstaat voor mij hoor, omdat een volledige zelfstandigheid, is in de huidige internationale context zeer moeilijk realiseerbaar. Wij gaan met enorme, enorme oppositie te maken krijgen in Europa en in de wereld. We gaan er alleen maar problemen mee krijgen. Bovendien vraag ik mij af –dat is nog het ergste eigenlijk– vraag ik mij af of dat Vlaanderen op dit ogenblik over het politieke personeel beschikt om zoiets door te voeren, op een manier die een beetje presentabel is. De Walen zijn tegen confederalisme omdat zij niet wensen op eigen benen te staan. Zij weten zeer goed dat confederalisme onder andere inhoudt dat er een transparantie komt in de bedragen die overgedragen worden van de ene deelstaat naar de andere. Dat kan niet anders. In, in Duitsland bijvoorbeeld, is dat klaar en duidelijk. Elke deelstaat weet, elke kiezer weet hoeveel zijn staat bijdraagt aan de heropbouw van het voormalige Oost-Duitsland. Het is algemeen geweten, de transparantie is volledig. Dus dat is eigen aan, aan dat soort systemen. Alleen bij ons bestaat er geen transparantie in de overdracht van middelen van de ene deelstaat naar de andere. Bij confederalisme is dat gedaan. Dan komt de transparantie, en dan beslist Vlaanderen, min of meer autonoom, over de bedragen die toegekend worden en de besteding ervan. De voornaamste reden waarom ik nu op dit moment zwaar voorstander ben van tenminste een zeer gedegen confederalisme, indien geen zelfstandigheid, dat is dat in een confederaal systeem er geen dispuut meer bestaat over de grenzen, over de begrenzing. Dat is de voornaamste verworvenheid van het confederalisme. Het is natuurlijk ook de reden waarom de Franstaligen, die altijd op gebiedsuitbreiding uit zijn, er tegen zijn. Maar dat is waarom we confederalisme dringend, dringend nodig hebben. Dat is om definitief vastliggende grenzen te hebben. En dan wordt het veel minder belangrijk of er immigratie in Vlaanderen is vanuit Brussel, of niet, omdat er toch geen grenzen meer zullen verlegd worden. De opinievorming, over wat er in België gebeurt, is volledig in handen van de francofonie. Daar moeten we ook van uitgaan, en het helpt niet –het is spijtig dat ik het moet zeggen– maar het helpt niet door in Vlaanderen een ambtenaar aan te stellen die zich moet bezighouden met het verbeteren van het imago van Vlaanderen. Daar is veel meer voor nodig dan dat. Ook daarvoor zou om te beginnen Vlaanderen in een confederaal bestel een grotere zelfstandigheid moeten genieten, want de vorming van de wereldopinie is volledig, ik zeg wel volledig in handen van de francofonie. De enige krant die door de meetellende en meesprekende buitenlanders in Brussel –perscorrespondenten enzovoort– gelezen wordt, is Le Soir. Ik heb Le Soir nu al zoveel jaren gevolgd, en vooral sinds de verkiezingen van 2007. Ik zeg soms: .als je Vlaanderen wilt zo rap mogelijk onafhankelijk maken, geef dan de Vlaamse bevolking die Frans kent een abonnement op Le Soir cadeau, en je zult het halen. (28'46") Het is de historische fout geweest van …een zeker gedeelte van de Vlaamse Beweging, en van de partijen die konden als Vlaamsgezind, heu, doorgingen, om van Brussel een derde gewest te maken. Dat was op het moment dat het gebeurd is zelfs hoegenaamd niet nodig. Men had al de hervormingen die toen plaatsgevonden hebben, gemakkelijk kunnen realiseren zonder, heu, van Brussel een derde gewest te maken. Dat is een Vlaamse toegeving geweest die men nooit had mogen doen. Helaas het is gebeurd, en omdat het gebeurd is moeten we er rekening mee houden. We moeten van de realiteit uitgaan. En die realiteit betekent dus dat Brussel in ieder geval een partner wordt in welke vorm van beslissingen ook, over confederalisme enzovoort. Daar is niets aan te doen. Waar ik het niet mee eens ben, dat is dat Vlaanderen zijn toekomst moet laten bepalen door de vrees Brussel te verliezen, want Brussel verliezen, die theorie steunt op de veronderstelling dat wij nu Brussel zouden hébben, en dat is gewoon de waarheid niet. De Vlaamse aanwezigheid in Brussel is sterk aan het verminderen, in alle opzichten. Om te beginnen getalsmatig. Ik zal een kleine voorspelling doen: .men zal de avond, of des anderendaags, na de verkiezingen van 7 juni van dit jaar, zal men in Vlaanderen schrikken van de achteruitgang van de stemmenaantal van de Vlaamse partijen in Brussel. Ze zullen evenveel zetels houden, want dat zetelaantal ligt vast. Dat is een, trouwens een psychologisch zéér nadelig element weer. Doordat hun zetelaantal vastligt, doen ze er eigenlijk niets niet meer voor. Dat is, ze zijn toch verkozen! Wat zouden ze nog doen voor de Vlamingen in Brussel? Dat is ontzettend nadelig. Als ze ons een vuile streek hadden willen lappen, de Franstaligen, dan hadden ze ons die zetels moeten geven. Ik vraag me trouwens af of het niet zo bedoeld is geweest, want het vast zetelaantal is om ...psychologisch totaal verkeerd. Daardoor wordt een illusie geschapen van deelname aan de macht, terwijl die daar in feite niet is. En bovenal komt daardoor de waarde, de democratische waarde laten we zeggen, van het aantal stemmen niet meer tot uiting. Of er nu meer, of minder Vlamingen in Brussel zijn: het blijft allemaal net hetzelfde, hé, voor de politiek. En dat is waar de politiek rekening mee houdt, en dus zeer nadelig. Wij moeten geen rekening houden met Brussel voor de eventuele Vlaamse zelfstandigheid, zij het beperkte zelfstandigheid in confederalisme, of volledige zelfstandigheid. Vlaanderen heeft Brussel niet nodig. Dat is een grove leugen van te doen alsof het anders zou zijn. Ik en er zelfs van overtuigd geworden, want ik was vroeger een andere mening toegedaan, daar kom ik graag voor uit, ik ben er van overtuigd geworden dat Vlaanderen beter af is zonder Brussel. De Vlaamse aanwezigheid in Brussel ...dat is architectuur hè, dat is prachtig natuurlijk, maar dat is alles, dat zijn stenen hè! Sinds men Brussel als derde gewest aanvaard heeft, moet men met de realiteit rekening houden, dat daar weinig aan te doen is. Ik geloof niet in een zogenaamde herovering van Brussel door Vlaanderen of iets ...dat, dat bestaat niet. En Brussel laten aansluiten bij Wallonië, dat kan mij eigenlijk geen barst schelen. Laat ze doen, want kijk eens even: dat zijn twee failliete staten die samengaan. Wat is het resultaat van een failliete staat die, die een andere failliete staat overneemt? Dat is een dubbel failliete staat. Maakt geen enkel verschil uit. Eventueel kan Vlaanderen verkrijgen dat in Brussel een gemeenschapsbeleid behouden blijft, maar afgezien van Brussel lijkt mij de evidentie dat, in een confederaal bestel, gemeenschappen ophouden te bestaan, omdat de grenzen veel vaster liggen dan in de huidige context. Zodra de grenzen vastliggen ...het kan bijna niet anders dat grensoverschrijdende gemeenschappen en zo, dat is bijna uitgesloten. (34'24") Wat betekent Brussel nog als België verwasemt, dat betekent dus: .nog bestaat, maar nog maar over enkele ministeries beschikt? Wat betekent Brussel nog als Vlaanderen, het officiële Vlaanderen, uit Brussel wegtrekt? Wat betekent Brussel nog als, ten gevolge daarvan, Europa uit Brussel wegtrekt? Want ik zou toch eens eventjes aan iets anders willen herinneren. Men zit altijd bezig over Brussel dat Europa herbergt hé, maar vorige week heeft The Economist voorspeld dat als de crisis nog lang duurt, Europa eraan gaat, de Europese Unie instort. De Financial Times heeft al dagenlang hetzelfde thema behandeld. Dus, pas op met dat Brussel is gelijk aan Europa. Dat staat absoluut niet vast. Houd daar goed rekening me alstublieft. Europa, dat wordt beschouwd, de Europese Unie wordt beschouwd als iets dat niet meer kan veranderen. Dat dus nu, euh, nu voor eeuwig bestaat, laten we het zo zeggen. Maar dat is absoluut de waarheid niet. Europa is niét tegen een langdurige crisis bestand. Dat wordt door de financiële pers op dit ogenblik aanvaard. Als een gegeven, als een gegeven aanvaard. Altijd toch niet zoveel rekening houden met Brussel als men altijd doet! Want beeld u eens in dat Brussel Europa verliest, wat blijft er nog over, zeg mij eens, hé? Waar, waar staat Brussel? Dan wordt het helemaal niks anders meer dan de islamitische hoofdstad van Europa hé, en niks anders meer. Houd er mee op met soms zó bezig te zijn met Brussel. Houd rekening met de objectieve factoren in de wereld, en stel dan vast: de Europese roeping zogezegd van Brussel, dat is een windei. Vlaanderen kan zich gemakkelijk uit Brussel terugtrekken zonder het minste verlies te lijden. België kan verwasemen, wat blijft er over van Brussel? Denk daar eens aan. Dus wat, wat, wat is die Brusselse autonomie? dat Brusselse derde gewest? Wat is dat in een verder verwijderde toekomst? In dat perspectief, wat is dat nog waard? Dus gun Brussel zijn derde gewest, we kunnen er toch niks meer aan doen. Maar dat is geen toekomst hoor, voor Brussel. Brussel kan niet op zichzelf bestaan. Ja, dus zal Brussel willen uitbreiden, zal een poging doen, maar nu is het aan de Vlamingen om te zeggen njèt, hé, in geen geval. Ik zou iets verder nog willen gaan. Ook de toekomst van de Brusselse Vlamingen, ook die, de toekomst van de Brusselse Vlamingen, zit niet in het handhaven van de huidige situatie, maar zit in een zo ver mogelijk doorgedreven Vlaamse autonomie, dus confederalisme, omdat dan de macht van Brussel automatisch vermindert, en Vlaanderen zijn voorwaarden kan opleggen. Laten we zeer optimistisch zijn, en aannemen dat in die omstandigheden Vlaanderen over een ietwat daadkrachtige regering beschikt, hé. Ik ben zeer optimistisch: in dat geval kan Vlaanderen werkelijk, ik zal niet zeggen volledig zijn wil opleggen aan Brussel, dat is ook niet nodig, maar zeker voldoende waarborgen krijgen voor de bescherming van de Brusselse Vlamingen. Veel beter dan nu. De Brusselse Vlamingen krijgen meer mogelijkheid om beschermd te worden, daadwerkelijk beschermd te worden door een Vlaamse regering en een Vlaamse natie die zelfstandig zijn, dan in de huidige situatie, met hun groteske vertegenwoordiging in het parlement, en die toch niks te zeggen hebben. Laat de Brusselse Vlamingen al hun privileges opgeven, maar, daar gaat het om, laat Vlaanderen zelfstandig zijn, in grote mate van zelfstandigheid, en de Brusselse Vlamingen zijn gered. De Franstaligen, lees hun kranten alstublieft, ik smeek, Vlamingen: lees Franstalige kranten. Ge zult dan goed merken waar ze naartoe gaan. Ze bereiden alles voor op de scheiding. Ze bereiden zich volledig voor. Weet ge dat er het laatste half jaar, in het Frans, vijf boeken en brochures verschenen zijn, vijf hé, die handelen over dat onderwerp. En die gaan uit hé, van, van mensen met een zekere allure, niet van extremisten, hoegenaamd niet, een Fralon enzovoort, die iets te zeggen hebben. Dus, ze zijn daar volop mee bezig. Vlaanderen niet. En dat is juist wat nu zeer gevaarlijk aan het worden is. Dat is: de uitgangspunten zijn te verschillend. Vlaanderen is bezig met kleine probleempjes zoals splitsing van een arrondissement en zo, relatief klein probleem, maar de Franstaligen zijn bezig met het grote probleem, de toekomst. Daar zijn die mee bezig. En dat verschil dreigt ons zuur op te breken. Dat verschil in benadering. Omdat daardoor de Vlamingen geneigd gaan zijn, zaken toe te geven die dan straks, als de serieuze discussie plaatsvindt, als verworven zullen beschouwd worden door de Franstaligen. En in ruil voor wat? Kijk, in het kader van verdergaand confederalisme met vaste grenzen, is Brussel-Halle-Vilvoorde sowieso gesplitst, hé. We moeten daar toch nu niks voor toegeven, begrijpt u? Want dat wordt in ieder geval gesplitst, dat kan niet anders. Ge kunt geen confederalisme hebben als de grenzen niet vastliggen. Dat gaat niet. Dat kan binnen België, zo’n arrondissement, maar dat kan niet in confederalisme. Dus die splitsing komt er altijd. Dat is onvermijdelijk. 3. Fortis en de 'Fortiscommissie' (41:45) [JPR] Laten we dat nu eens toepassen op de interpretatie van een heel actueel gegeven, namelijk de hele kwestie van de schending van de scheiding der machten, naar aanleiding van de verkoop van de Belgische Fortisbank aan het Franse BNP Paribas. Inderdaad een heel leerzame analyse die nu volgt, een hoofdartikel in Journaal waard. Leer hier wat het verband is tussen uw Fortis-filiaal in de straat en uw Carrefour om de hoek. Terwijl ik dit allemaal bedenk gaat Grammens onverstoorbaar door met zijn analyse van de huidige tijd, maar let maar eens op... [MG] CD&V heeft dan via Van Rompuy het bewind in handen genomen, in de hoop en de verwachting van op die manier te kunnen naar de verkiezingen gaan met indien men al verloren had op het gebied van staatshervorming, met een soort van brevet voor goed beleid. Dat goed beleid is, ik denk dat ze daar nu allemaal wel van bewust zijn, onmogelijk geworden door de houding die werd aangenomen in de Fortis-zaak. Ten eerste, er is tot hiertoe nog niemand geweest, van al de economen enzovoort die erover geschreven of gesproken hebben, die heeft kunnen aantonen waarom er geen andere keuze meer werd gemaakt voor de oplossing van het Fortis-faillissement dan het overdragen voor een appel en een ei aan Frankrijk. Ik zoek het uit, ik lees er alles over wat ik kan vinden, ik vind nog altijd geen stevig, grondig argument waarom er geen andere keuze werd voorzien, geen andere keuze werd overwogen. Ik vind het niet, dus men moet zich de vraag stellen: 'Wat is daar gebeurd, wat zit daarachter?' Het zou zeer interessant geweest zijn, als de onderzoekscommissie daarover had gehandeld, in plaats van over die scheiding der machten, die tenslotte een zeer marginaal vraagstuk is. Het is tenslotte evident dat oud-kameraden, schoolkameraden, weet ik veel, elkaar terugzien, elkaar telefoneren, dat is allemaal zo vanzelfsprekend, enfin, ik heb dat toch ook in mijn leven gedaan, wat is dat nu? Je kunt zeggen: 'journalisten moeten niks met politiek te maken hebben'. Dat is waar, je moet erbuiten blijven, je moet voorzichtig zijn, maar dat neemt niet weg dat als ge iemand goed kent en die is in de politiek gegaan, dat ge daar toch een keer kunt mee vriendschappelijk iets mee bespreken omdat ge elkaar kunt vertrouwen en weet dat het niet zal in de openbaarheid komen bijvoorbeeld. Da's een zeer belangrijk aspect, van een ander weet ge niet of die te vertrouwen is maar van vroegere kameraden... ik vind dat allemaal zeer onschuldig hoor, en trouwens ook vanzelfsprekend. Ik stel me in de plaats van autoriteiten. Als die vinden dat iets moet gebeuren, in dit geval dus, in de Fortis zaak, de overdracht aan een Franse bank, als die vinden dat dat de enige oplossing is, dan is het evident dat zij voor die oplossing steun proberen te zoeken en dat zij niet graag door het gerecht voor de voeten gelopen worden. Dat is allemaal zo vanzelfsprekend, ik maak mij daar niet druk over. Iets anders is het volgende. Het is wel zo dat heel die geschiedenis in verband met de scheiding der machten, de schending van de scheiding der machten, bij de bevolking meer dan bij de elite zal ik maar zeggen de indruk heeft gewekt van gesjoemel, van achterdeurtjes- en achterkamertjespolitiek waar de meest eigenaardige dingen gebeuren die we allemaal niet mogen weten. En die indruk is wel juist: de grote politieke beslissingen worden niet transparant getroffen, in België nog minder dan op een ander. Het is overal in in de wereld een beetje zo, maar hier speciaal zo. Dat heeft dan met de tweeledigheid, twee volkeren te maken en de verschillen en conflicten die daarmee gepaard gaan. Dus de transparantie van de politiek is zeer mager, zeer... bijna zeldzaam zelfs, met het gevolg dat als de bevolking, de kiezers, met zoiets een keer in aanraking komen, zoals nu gebeurt met die onderzoekscommissie, dat er dus 70 telefoons blijken over en weer gegaan te zijn tussen politiek en rechters, dan zegt men: wat is dat daar allemaal? Dat is een grote dikke brij van... een politieke bende, die met ons geen rekening houdt. Dat is de reactie van de kiezer en in die zin is het wel belangrijk. In die zin is die commissie 'scheiding van de machten' belangrijk geweest. (48:27) [MG] De reële vraagstukken zijn daar niet aan bod gekomen, dat mocht trouwens niet, daarvoor zal men geen openbare commissie toestaan, hé, dat is... Wat is daar gebeurd met die overdracht van Fortis aan Frankrijk? Dat klopt aan geen kanten. Dat is een daad van zo slecht bestuur dat men het niet meer begrijpt, zo erg is het. Daar moet achter de schermen van alles gebeurd zijn dat wij niet weten. Laten we het persoonlijk maken. Moest ik nou lid zijn van een onderzoekscommissie die zich daar mag mee bezig houden, dan zou ik bijvoorbeeld baron Frère opvorderen als getuige, want ik weet met zekerheid dat achter de schermen baron Frère, die zowel in Fortis zat als in BNP Paribas, achter de schermen een grote rol heeft gespeeld, maar goed, daar weten we allemaal niets van, de details kennen we niet. Het is ook zo goed als vaststaand dat nog voordat de problemen met Fortis zich voordeden, er al gesproken was over overname van Fortis door BNP Paribas. Nog voor de problemen zich voordeden was er al sprake van. En dan natuurlijk de rol van Reynders in heel deze kwestie, ook de relatie Reynders-Frère enzovoort, dat is wat moet geanalyseerd worden. Ten tweede, is het waar zoals meer en meer wordt gezegd, in kringen die meetellen laten we zeggen, dat een van de redenen waarom de regering zo gauw mogelijk van Fortis bevrijd wilde zijn, was hun verplichting, zoals ze het zagen, om Dexia te redden en het geld van de vakbonden, van de christelijke vakbeweging? Dat wordt meer en meer aangenomen, vrij algemeen aangenomen als een van de grote oorzaken van het verlappen van Fortis aan Frankrijk. Ten derde, mag niet uit het oog worden verloren dat Leterme een man is die hoopte van zijn behandeling van de Fortis-kwestie een punt te maken, een soort van, hij was mislukt inzake staatshervorming... maar dat zou hem dan toch lukken. Een politicus mislukt niet graag, geen enkele, zeker iemand met het karakter van Leterme niet. Dus is er ook de bijna vaststaande zekerheid dat van regeringswege, van overheidswege, al het mogelijke is gedaan om, eenmaal dat de beslissing was genomen om Fortis over te dragen naar PNB Paribas de indruk te wekken dat er nooit een alternatief was geweest, terwijl dat er wel was. Dat verdient onderzoek. Want het resultaat van deze hele operatie is ontzettend nadelig niet alleen voor Vlaanderen (voor Vlaanderen in de eerste plaats), maar ook voor België. Zeer nadelig omdat een groot, belangrijk gedeelte van de mogelijke kredietverstrekking in België nu in Parijse handen is, daar wordt in Parijs over beslist. Ge ziet meer en meer verhalen over de mensen van Fortis die hun beklag doen over de enorme arrogantie van franstalige bankiers waar ze hier mee te maken krijgen. Ik zou zeggen, om toch dat thema niet te besluiten op een al te pessimistische toon, er is wel één positief punt: ik denk dat Fortis de weg op gaat van Carrefour. Ik ben daarvan overtuigd. GB was een relatief goede zaak, is in handen gekomen, tien jaar geleden, van het Franse Carrefour, en zie nu wat ervan geworden is. De baas van Carrefour, gelukkig een Zweed, dus niet zo erg verbonden aan strikt Franse belangen, overweegt zeer ernstig om Carrefour België op te doeken, te verkopen of wat, hé, 'we moeten hier weg want het pakt niet'. De Fransen zijn niet geslaagd waar de GB wel geslaagd was. Ze hebben de GB gekocht omdat het een geslaagde onderneming was, zij hebben het in handen genomen en nu is het niet meer een geslaagde onderneming. Welnu, ik zou durven voorspellen: dat wordt het lot van Fortis in Franse handen. Juist zoals Carrefour gedaan heeft, gaan ze hier Fransen aan de top van het bedrijf plaatsen. Die Fransen houden met niemand of wat ook rekening, die beschouwen ons allemaal, de Walen ook hoor, ge moet hoor geen verschil maken, die beschouwen ons allemaal als des petits Belges, en dat is zeer misprijzend, negatief bedoeld, zij weten alles beter, en iedereen moet zich aan hen aanpassen, zij aanvaarden geen autonomie. Het gevolg zal zijn, naar mijn gevoelen, dat in de loop van de komende jaren, dat is niet volgend jaar al hoor, dat in de loop van de volgende jaren Fortis stilletjes aan zijn beste mensen gaat verliezen en zijn beste klanten gaat verliezen, misschien aan KBC, ik weet het niet, of aan anderen, daar gaat het nu niet om, dat het moment gaat komen dat Fortis niet meer interessant is voor de Fransen en dan hoop ik, als het zover is, dat de KBC Vlaams genoeg zal gebleven zijn en kapitaalkrachtig genoeg zal gebleven zijn om de boel over te nemen. En dan krijgen we één grote Vlaamse bank in België.