21 juni 2007

Europese burgers, wees waakzaam!

(opinieartikel in De Standaard, 21 juni 2007) Deze week trachten de 27 staats- en regeringsleiders van de Europese Raad belangrijke delen van het Europees grondwettelijk verdrag alsnog te redden. Het benieuwt me ten zeerste, welke van de volgende bepalingen uit de ‘grondwet’ de Raad zal behouden: • De in het verdrag ingeschreven toelating om bij oproer of opstand in de menigte te schieten? (slotakte, verklaring 12, art. 2) • De uitdrukkelijk vermelde mogelijkheid om de doodstraf opnieuw in te voeren? (slotakte, verklaring 12, art. 2) • De mogelijke overheveling van onder meer onderwijs, jeugd, sport en toerisme naar het Europees beleidsniveau? (art. I-17 en III-282) • De bevoegdheid die art. IV-445 aan de Europese Raad schenkt om, ook zonder de instemming van het Europees parlement, 154 van de 321 artikelen uit deel III van het grondwetsverdrag te wijzigen? Deel III, het deel dat Sarkozy kost wat kost wil redden, gaat over ‘Beleid en Werking van de Unie’ en bepaalt onder meer welke beleidsdomeinen (al dan niet exclusief) op het Europese niveau liggen. Ook onderwijs, jeugd, sport en toerisme vallen daaronder. Maar er is meer: de zogenaamde flexibiliteitsclausule (art. I-18) maakt het mogelijk om, zonder instemming van de nationale parlementen, ook nieuwe bevoegdheden in deze beleidsdomeinen naar het Europese niveau over te hevelen. Een bedenking bij dit alles: in hoeveel democratieën kan de grondwet buiten het parlement om gewijzigd worden? • De grondwettelijke verankering van Straatsburg als zetel van het Europees parlement, met andere woorden de vastlegging van de miljoenen euro's verslindende maandelijkse karavaan tussen Brussel en Straatsburg? (slotakte, 6e protocol) • De levenslange gerechtelijke immuniteit voor 40 000 EU-ambtenaren en -medewerkers voor daden die ze ‘in hun officiële hoedanigheid’ stellen? (slotakte, protocol 7, art. 11) • De inperking van het respect voor het privé-leven, de woning en de correspondentie van de burgers, wanneer “het economisch welzijn van het land” of “de bescherming van de goede zeden” dat vereisen? (slotakte, verklaring 12, art. 7) • De mogelijkheid om oorlog te voeren zonder de instemming van het Europees parlement? Volgens de nieuwe grondwet kan de ministerraad eenzijdig over militaire operaties beslissen. (art. I-41 en art. III-376). • De in de Grondwet ingeschreven verplichting (!) voor de lidstaten om hun militaire uitgaven te verhogen? (art. I-41) Dit alles keurde het Belgische parlement destijds met een overweldigende meerderheid en zonder noemenswaardig debat goed. Met hun ‘non/nee’ keilden de Fransen en de Nederlanders het grondwetsverdrag in principe in de juridische prullenmand. Maar de troika Merkel-Sarkozy-Barroso lijkt vastbesloten, alsnog zoveel mogelijk van het verdrag door te drukken. Zonder lastige referenda, welteverstaan. Dit grondwettelijk verdrag zet de scheiding der machten definitief op de helling en maakt de EU nog minder democratisch dan ze al is. Dat geven ook Europese toppolitici onomwonden toe: • “Ik heb nog nooit een zo donkere donkere kamer gezien, als deze Conventie” (de Luxemburgse premier Jean-Claude Juncker over de Europese Conventie, die het grondwetsverdrag uitwerkte, Der Spiegel, 16 juni 2003). • “Het is niet overtuigend, het principe van de scheiding der machten zonder meer op de EU over te dragen.” (de Duitse parlementsvoorzitter Norbert Lammert, Welt am Sonntag, 18 maart 2007). • “Het in werking treden van het grondwettelijk verdrag zal het proces van de sluipende centralisering nog versterken. (...) Deze grondwet moet men afkeuren” (Roman Herzog, voormalig president van de Bondsrepubliek, daarvoor jarenlang voorzitter van het Duits grondwettelijk Hof, Welt am Sonntag, 14 januari 2007). Tot slot nog dit: de ‘Europese Grondwet’ is helemaal geen grondwet, maar wel een multilateraal verdrag tussen staten. Een verdrag weliswaar dat die staten boven de eigen grondwet plaatsen. Het grote verschil met een (grond)wet is echter de bijna-onmogelijkheid om in de praktijk een bestaand internationaal verdrag te wijzigen. Precies daarom moeten staatsverdragen in een land als Zwitserland bij referendum goedgekeurd worden. Kortom, redenen genoeg voor ons burgers om deze week extra waakzaamheid aan de dag te leggen. Geert Van Hout is vertaler en slavist. Hij studeert sinds 2004 natuurkunde in Berlijn. Hij schreef deze bijdrage in naam van 'Mehr Demokratie', een organisatie met meer dan 4.400 leden die in Duitsland en Europa ijvert voor de directe democratie www.mehr-demokratie.de De verwijzingen in deze tekst hebben betrekking op de officiële verdragsteksten zoals ze vermeld staan in het e-book Europese Grondwet (www.grondweteuropa.nl).