02 juni 2010

Polen moet het met transcripties van de zwarte dozen doen

De zwarte dozen van de Poolse TU-154M, het presidentiële vliegtuig dat op 10 april in Smolensk neerstortte, blijven in Russische handen en grotendeels ontoegankelijk voor de Poolse onderzoekers. Wat gisteren in Polen vrijgegeven werd, zijn slechts transcripties.

Zwarte dozen: geen opnamen, maar afschriften

Vandaag berichten zowat alle media (bvb. De Standaard) over de "opnamen van de zwarte dozen", die gisteren op aanwijzing van premier Donald Tusk openbaar gemaakt werden. Wat doorgaans niet vermeld wordt maar best wel geweten mag zijn, is dat de Polen van de Russische onderzoekers slechts een (papieren) afschrift van de opnames van de zwarte dozen kregen. De zwarte dozen zelf blijven in Russische handen.

Ter herinnering. Na de crash van de Toepolev vonden de Polen één van de vier zwarte dozen en namen deze voor onderzoek mee naar Polen. De andere drie zwarte dozen bleven in handen van de Russische onderzoekers. Op 7 mei werd bericht dat de Polen "hun" zwarte doos aan de Russen overmaakten. Het is niet bekend of de Polen een kopie van de opnamen maakten. In elk geval zijn vandaag alle zwarte dozen in Russische handen. De Polen beschikken alleen over de door Rusland afgeleverde transcripties.

Er is dus geen mogelijkheid om na te gaan of de nu gepubliceerde transcripties met de echte opnamen overeenstemmen.


Hier vindt u de gepubliceerde transcripties in pdf-formaat, in het Russisch (linkerkolom) en het Pools (rechterkolom). Opvallend is dat veel uitspraken "onbegrijpelijk" (in het Pools aangeduid met "(niezr.)") of niet aan een persoon toe te wijzen zijn (aangeduid met een "A" in de derde kolom). Ook trad het TAWS-alarmsysteem al een minuut voor de crash in werking (met in totaal 8 maal een fluitsignaal, 8 maal een waarschuwing "TERRAIN AHEAD!" en 13 maal "PULL UP!"), maar het werd door de piloten compleet genegeerd. Tot de laatste seconden voor de crash wijst geen enkele uitlating van de bemanning erop dat ze zich van enig gevaar bewust zijn. Pas om 10:40:59,3 lokale tijd, wanneer het toestel bij de botsing met een boom een stuk van de linkervleugel verliest, stoot de tweede piloot een vloek uit. Zes seconden later spat het vliegtuig in zoveel stukken uit elkaar dat de passagiers, de bagage, de stoelen, de rechtervleugel en de romp op honderden meters afstand van de op de ons bekende foto's getoonde inslagplaats terechtkomen.


Ik wil er nog op wijzen dat volgens het officiële onderzoeksrapport dat de door Rusland geleide onderzoekscommissie ("MAK-commissie") op 20 mei vrijgaf en dat in de internationale pers nauwelijks aandacht kreeg:
- het vliegtuig driemaal met een voorwerp op de grond in aanraking kwam (van de eerste twee botsingen lijken de piloten, afgaande op de transcripties, niets gemerkt te hebben);
- de automatische piloot pas 5 seconden voor de crash uitgeschakeld werd (wat betekent dat de afwijking van het toestel van de correcte koers niet aan de piloten maar aan de automatische piloot lag);
- het vliegtuig ondersteboven neerstortte.
Van dit MAK-rapport staat hier een (automatisch gegenereerde) Engelse vertaling. 


Rzeczpospolita : een schandaalblad?

Volgens De Standaard (of juister: volgens AP) liet premier Tusk de transcripties publiceren "om speculaties over de oorzaak van het ongeluk en allerlei samenzweringstheorieën in Poolse schandaalbladen te ontzenuwen".

Wie met enige aandacht de berichtgeving over de Smolensk-catastrofe in Rzeczpospolita (dat het label kwaliteitskrant meer verdient dan gelijk welke Vlaamse krant) volgt, kan niet om de vaststelling heen dat de redactie van de "Rzepa" serieuze twijfels heeft bij het verloop van het onderzoek. Niet zelden besluiten de redacteurs hun artikelen over het onderzoek met als nieuwsfeit vermomde kritiek op het onderzoek. Hier bijvoorbeeld het slot van een Rzeczpospolita-artikel over de zopas gepubliceerde transcripties:
"Piloten laten ons - inofficieel - weten dat ze verbaasd zijn dat zoveel uitspraken in de transcripties niet aan een concrete persoon toegewezen zijn."
(Opmerking. De Poolse luchtvaartmaatschappij LOT heeft zijn piloten verboden om openlijk hun mening over de catastrofe of het onderzoek kond te doen. Vandaar wellicht "inofficieel".)
"(...) Intussen zei luitenant-kolonel Bartosz Stroinski, die in het nu vrijgegeven document vermeld wordt als de persoon die de stemmen in de cockpit identificeerde, op tvn24.pl dat hij de transcripties van de gesprekken in de cockpit van de Tu-154 ondertekende. Op het dinsdag vrijgegeven document staat zijn handtekening niet." (Op pagina 3 van het pdf-document ontbreekt inderdaad één handtekening: die van Stroinski, gvh).

"De Russische tv-zender Rossija wees er op zijn beurt op dat Rusland de authenticiteit van de in Polen gepubliceerde transcriptie niet officieel bevestigd heeft."
De Rzeczpospolita-redactie gaat net niet zover de objectiviteit van het onderzoek openlijk in twijfel te trekken, maar ze laat wel prominenten aan het woord die hun twijfels openlijk uiten (bvb.  Jacek Trznadel, Andrej Illarionov). De meeste andere kranten (en naar mijn weten alle mainstream buitenlandse media) negeren of ridiculiseren iedereen die kritische vragen bij het onderzoek stelt.

Ik besluit met Polens invloedrijkste blogger Kataryna (op de Poolse metablog salon24.pl): "Wanneer iemand in verband met de catastrofe niet de minste twijfels heeft, dan is dat niet omdat daartoe geen redenen zouden bestaan, maar omdat hij beslist heeft ze te negeren."