17 juni 2008

Die verdomde Ieren toch!

(Dit opinieartikel verscheen op 18 juni 2008 in De Standaard)

Het Ierse volk heeft 'no' gestemd en krijgt meteen weldenkend Europa over zich heen, in deze krant bij monde van Tom Sauer (DS 14 juni). Sauer verpakt zijn verklaring voor het Ierse neen in een heuse scheldkanonnade: de 'verdomde' Ieren zijn asociaal, ondankbaar, goedgelovig, convulsief regeringsvijandig, gefrustreerd, semi-analfabeet, wilsonbekwaam en bovendien om de tuin geleid door egoïstische ('soms rijke') volksmenners. Volgens ons kun je het Ierse 'no' net zo goed zien als een blijk van gezond verstand: anders dan de meeste politici weigeren de Ieren, na de Fransen en de Nederlanders, een contract te tekenen dat ze niet (kunnen) begrijpen. Hoewel heel wat politici (o.a. de Ierse commissaris voor Europese zaken zelf) toegeven dat ze het Lissabon-verdrag niet gelezen hebben of dat het onleesbaar is, aarzelen ze toch geen seconde om het enthousiast goed te keuren en critici als debiel of weerspannig af te schilderen. Getuigt dat dan van zoveel politieke wijsheid? Zouden deze politici als privépersoon een contract tekenen dat ze niet gelezen hebben of niet begrijpen? Natuurlijk niet. Zou hun vertrouwen in de opsteller van het contract geen serieuze knauw krijgen als deze zich vervolgens boos maakt en zelf in hun plaats tekent? Natuurlijk wel. Voor alle duidelijkheid: we spreken ons hier niet uit over de inhoud van het verdrag. Wel pleiten we nadrukkelijk voor leesbare wetteksten, los van de vraag of er in referenda of in een parlement over gestemd moet worden. Na drie afwijzingen staat het nu wel vast: een meerderheid van de burgers in minstens drie landen lust dit verdrag niet. Dat is meteen ook de enige toelaatbare interpretatie van deze referenda. De politiek relevante boodschap van de bevolking luidt dus niet 'weg met de EU', maar wel 'het Lissabon-verdrag deugt niet'. Wie de uitslag van een referendum van de hand wijst door allerlei interpretaties uit te vinden ('slecht geslapen', 'gemanipuleerd', 'tegen de EU gestemd'), heeft van democratie niets begrepen. Sauers besluit luidt dat referenda over Europese thema's niet deugen. De blik van de gewone burger reikt volgens hem niet verder dan de gemeentegrens. Directe democratie moet dan ook beperkt blijven tot locale vragen over parkings en bloembakken, alle andere beslissingen laten we maar liever aan de gekozenen des volks over. Daarbij heeft Sauer het over 'juiste beslissingen'. Weet hij dan niet dat democratie net vertrekt vanuit de vaststelling dat er geen 'juiste beslissingen' bestaan? In een democratie bepalen de burgers (de soeverein) wat 'juist' is. Wie op het Europese continent aan politiek wil doen, kan zich daar maar beter bij neerleggen. Het gevaar is niet denkbeeldig dat het aloude 'democratische deficit' in de EU ontaardt in een 'autocratisch surplus'. Een democratisering van de EU vergt niet alleen transparantere structuren, meer onafhankelijke controle, een volwaardig parlement, een onafhankelijker gerechtshof en subsidiariteit in beide richtingen, maar ook meer inspraak voor de burgers en (hoogdringend) meer nederigheid en democratische gezindheid bij politici. Misschien betekent de huidige crisis wel een nieuwe kans in die richting. Een politiek systeem zonder vertrouwen tussen 'regeerders' en 'geregeerden', waarin beslissingen veel vlotter en sneller gaan, is natuurlijk ook mogelijk. Je hoeft daarvoor niet eens zo ver terug te gaan in de geschiedenis of lang op het vliegtuig te zitten. Maar laten zij die de democratie willen vervangen door iets anders dan tenminste de moed en de eerlijkheid opbrengen om dat nieuwe systeem ook bij naam te noemen. Wij roepen de politieke klasse op om zich niet nog hoger in hun ivoren toren te nestelen, maar net integendeel voor méér democratie (dus ook meer referenda) te kiezen. Dat zal in het begin ongetwijfeld 'vertraging' opleveren. Het is echter de enige manier om het vertrouwen bij de bevolking (ook in de andere EU-landen) duurzaam te herstellen. Jos Verhulst, Bert Penninckx, Denis Clijsters, Piet De Pauw, Eric Verhulst, Maarten Malaise, Werner Govaerts, Thomas Verhulst, Michaël Bauwens, Marc Janssens en Geert Van Hout zijn lid van Democratie.Nu, een onafhankelijke burgerbeweging voor democratie www.democratie.nu Het artikel van Tom Sauer (De Standaard - 14 juni 2008) :

Slecht geslapen, Ik stem 'neen'

Volgens TOM SAUER is het niet verwonderlijk dat de Ieren het Verdrag van Lissabon verwierpen en is het beter voortaan geen referenda meer te organiseren over complexe Europese onderwerpen. Het eiland telt meer schapen dan burgers en ligt allesbehalve in het centrum van Europa. Maar die verdomde Ieren zijn er toch maar weer eens in geslaagd om het Europees integratieproces te vertragen. Het in werking treden van het lang verwachte Verdrag van Lissabon - dat op zich al een gedaantewisseling had ondergaan na de Franse en Nederlandse referenda - zal nog niet voor 1 januari 2009 zijn. En je hoeft geen Europees federalist zijn om bij deze vertraging - dit is geen afstel - kritische kanttekeningen bij te maken. Niet dat de Ieren de inhoud van het Verdrag bekritiseren. Niemand heeft het trouwens gelezen. Die lectuur is ook geen aanrader. Het is ook niet zo dat de Ieren zich door Europa gemarginaliseerd voelen. Integendeel, het land heeft sinds haar blijde intrede in Europa in het begin van de jaren zeventig miljarden binnengerijfd, en heeft vandaag een BNP per capita dat na Luxemburg het hoogste van de Europese Unie is. Ierland is rijk geworden dankzij Europa. Stank voor dank dus. Wat is dan de verklaring voor dit asociaal stemgedrag ? Asociaal omdat de meeste lidstaten ondertussen het verdrag hebben geratificeerd. De meest voor de hand liggende verklaring is dat de Ieren zich laten leiden hebben door berichten in de media die stelden dat het verdrag om één of andere specifieke reden een negatieve invloed zou hebben op hun dagelijks leven. Die berichten steunen op hun beurt op enkele (soms rijke)lui die hard kunnen roepen en ofwel effectief nadeel zouden ondervinden door het verdrag ofwel de aan de macht zijnde regering om politieke redenen de das willen omdoen. En of die berichten nu effectief waar zijn, velen percipiëren dergelijke berichten als waar, en laten hun stemgedrag daardoor bepalen. Dat er ook vele, ja zelfs meer voordelen aan het verdrag vasthangen moge hun worst wezen. Onbekend is onbemind. Voor andere burgers is het voldoende dat de regering voor is, om automatisch tegen te zijn. En nog anderen, vrees ik, laten het afhangen van hun gemoed. 'Neen' stemmen en de frustratie is - tijdelijk althans - weg. Als er één conclusie uit die hele soap van Europese referenda te trekken valt, dan is het dat referenda niet het beste politieke instrument zijn om dergelijke complexe materies te beslechten. Anderzijds moeten we het kind niet met het badwater weggooien. Referenda zijn soms de meest aangewezen weg om beslissingen door te duwen of tegen te houden. Belangrijk is het onderwerp waarover een beslissing dient genomen te worden. Wanneer het geschilpunt zeer herkenbaar is voor de burger, dicht bij zijn eigen leefwereld, en dus best op lokaal niveau, en in redelijk simplistische termen samen te vatten, en op een relatief neutrale manier in vraagvorm aan de kiezer voor te leggen, als aan al (!) deze voorwaarden is voldaan, dan pas zou men kunnen overwegen om alle burgers te raadplegen via een referendum. Bijvoorbeeld over de wenselijkheid van een ondergrondse parking onder het stadsplein, zoals enkele jaren geleden in Gent het geval was. Wanneer het daarentegen gaat om een complex geheel van verschillende items die bovendien ver van hun bed staan, en niet een-twee-drie uit te leggen zijn, is het beter om geen referenda te organiseren. Wat het alternatief is? Laat de 'gekozenen des volks' over dergelijke complexere materies oordelen. Alle burgers moeten om de zoveel jaar naar het kieshokje, en in ons land zelfs verplicht. Het is aan hen die verkozen zijn om de juiste beslissingen te nemen. Zij worden er zelfs voor betaald. Zij zullen herkozen worden als de burgers na hun ambtstermijn vinden dat hun vertegenwoordigers in globo de juiste beslissingen hebben genomen. Dat is op zich al een zeer moeilijke oefening voor de burgers. Laat ons dus niet heiliger willen zijn dan de paus, en laten we referenda op Europees niveau dus opbergen. Tot Europa bij de Europese burgers als iets lokaals wordt gepercipieerd. Al kan dat nog eventjes duren. Tom Sauer is docent Internationale Politiek aan de Universiteit Antwerpen

09 juni 2008

Een staatshervormende tijdreis

België opnieuw uitgevonden

"Hoe zou u België opnieuw uitvinden?", vroeg De Standaard op haar lezersforum. Hier alvast een voorzet...

Mocht ik naar 1830 gesluisd worden om België opnieuw uit te vinden, ik gaf het land 15 (kleine) provincies, waarvan minstens vijf tweetalige. De provinciegrenzen zou ik zoveel mogelijk enten op de de historische graafschaps-, hertogdoms- en prinsbisdomsgrenzen (van noord naar zuid). Dus zeker niet op de taalgrens (oost-west), maar net schrijlings eroverheen.

Elke provincie mag een eigen grondwet uitwerken, die de inwoners per referendum moeten goedkeuren. Als institutioneel cement voor het land krijgen de gemeenten de grootst mogelijke autonomie, gegrondvest op twee principes: minimale bevoegdheidsoverdracht van de gemeenten naar provincie of federatie (in stilte noem ik het "basissubsidiariteit", maar zulke termen wil ik mijn 19e-eeuwse vrienden nog niet aansmeren) en direct-democratische besluitvorming door de burgers-op-het-marktplein. Dit laatste prijs ik bij mijn revolutionaire voorvaderen aan als het beste zaaigoed voor stabiliteit, gemeenschapsvorming en vaderlandsliefde in een neutrale staat.

"Mijn" België van 1830 is een (tweetalige) grondwettelijke democratische republiek met twee kamers, een volkskamer en een "federale" of provinciekamer (met twee verkozenen per provincie). De Grondwet legt uitdrukkelijk de gelijkheid van burgers en parlement als de onverdeelde Souverein vast. Zowel burgers als parlementariërs hebben dus het initiatiefrecht voor nieuwe wetten. Bovendien moet elke grondwetswijziging per referendum goedgekeurd worden en kunnen de Belgen over alle door het parlement gestemde wetten een referendum afdwingen.

Eerder dan een meerderheid-oppositie-systeem opteer ik voor de consensusdemocratie: de regering bestaat uit zeven ministers, die bij het nemen van beslissingen zoveel mogelijk naar consensus streven en die zich collegiaal achter alle genomen beslissingen scharen (ook als ze persoonlijk een andere voorkeur hadden). Het parlement kiest de ministers uit de grootste facties (later uit de partijen), volgens een vaste verdeelsleutel. In 1830 telt de regering vier conservatief/katholieke en drie liberale ministers. Wellicht rond 1900 verkrijgen de socialisten een eerste vaste plaats in de regering. Aangezien de regering ook in de (federale) provinciekamer een meerderheid achter zich moet scharen, zijn de ministers min of meer evenwichtig over de taalgroepen verdeeld.

De functie van staatshoofd is louter ceremonieel. De regering schuift een van de ministers als kandidaat-president naar voren, het parlement kan deze vervolgens tot president van België verkiezen, telkens voor een jaar en maximaal eenmaal te verlengen.

De federale bevoegdheden blijven beperkt tot het strikt noodzakelijke om nationale onafhankelijkheid en welvaart te waarborgen: landsverdediging, binnen- en buitenlandse handel, munt- en postwezen, maten en gewichten, nationale wegen en kanalen, douane en dies meer. Al het overige (zelfs het strafrecht) blijft in 1830 provincie- of gemeentematerie. Dit garandeert dat eventuele toekomstige bevoegdheidsoverdrachten met instemming van de bevolking plaatsgrijpen en dus maximaal gelegitimeerd zijn.

Enzovoort. Ook al is zo'n ruwe schets van een genetisch gemodificeerd België niet meer dan een leuk gedachtenspelletje, één ding weet ik wel met stellige zekerheid. Als zo'n staatshervormende tijdreis me ooit gegund werd, zou ik mijn Zwitserse onderbuurman met zijn verwaand-patriottische blik wel lichtjes anders bejegenen dan vandaag. Dan zou namelijk niet hij, maar ik hem af en toe die typische, wat hovaardige "jullie-hebben-het-toch-maar-van-ons-Belgen-afgekeken"-grijns kunnen geven (sinds de Basisdemocratierevolutie van de jaren 1980 ook wel Belgian Smile genoemd). Maar toch zouden ook zulke historische toevalligheden mijn Zwitserse vriend en mij niet lang kunnen afhouden van onze wekelijkse geanimeerde buurmansdiscussie over het aanstaande continentale referendum omtrent onze EU-grondwet.